President Jennifer Simons reist vandaag, maandag 3 november, af naar Brazilië voor hoog overleg over klimaatbeleid en financiering voor bosbescherming. In Belém zal zij van 6 tot en met 7 november deelnemen aan de Bélem Climate Summit, een topontmoeting van staatshoofden en regeringsleiders in aanloop naar de 30ste Klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP30), die van 10 tot 21 november in dezelfde stad wordt gehouden.
De Bélem Climate Summit richt zich op de aanpak van klimaatverandering, het behalen van de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs en de koppeling tussen natuurbehoud en duurzame ontwikkeling. Tijdens haar verblijf in Brazilië heeft Simons ook bilaterale ontmoetingen gepland met collega-staatshoofden, regeringsleiders en vertegenwoordigers van internationale organisaties. Daarbij zal onder meer worden gesproken over klimaatfinanciering, bescherming van tropisch bos en de positie van inheemse en tribale gemeenschappen.
Volgens het Kabinet van de President wil Suriname zich in Belém profileren als een van de weinige landen ter wereld die nog grotendeels bedekt is met primair tropisch regenwoud en een netto ‘carbon negative’ positie heeft: Suriname neemt meer CO₂ op dan het uitstoot. Met haar deelname onderstreept Simons dat Suriname niet alleen moreel, maar ook economisch erkenning en ondersteuning opeist voor de rol die het land speelt in het beschermen van de Amazone.
Tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (september) en de Climate Week in New York herhaalde Simons dat Suriname 90 procent van zijn huidige bosbedekking wil behouden voor toekomstige generaties. Dat standpunt leidde tot een toezegging van 20 miljoen Amerikaanse dollar door een coalitie van milieu- en natuurorganisaties ter ondersteuning van natuurbehoud in Suriname. De president koppelt deze toezegging nadrukkelijk aan de ambitie om duurzame ontwikkeling te financieren zonder verdere aantasting van het bos.
Simons heeft daarbij meerdere keren benadrukt dat klimaatbeleid niet uitsluitend mag draaien om CO₂-reductie, maar ook om rechtvaardigheid. Ze pleit voor directe financiering richting gemeenschappen die het bos daadwerkelijk beheren en beschermen, in plaats van uitsluitend via centrale staatsstructuren of internationale fondsen. Vooral inheemse en tribale gemeenschappen moeten, volgens haar, een formele positie krijgen in beheer, besluitvorming en opbrengsten uit natuurbehoud. De erkenning van hun rechten is door Simons zelf benoemd als een topprioriteit van haar regering.
Dat standpunt heeft ook internationaal aandacht getrokken. Het Amerikaanse tijdschrift TIME noemde Jennifer Simons recent een van de 100 meest invloedrijke klimaatleiders wereldwijd. In dat profielstuk werd onder meer verwezen naar een door Simons ingeslagen koerswijziging op het gebied van milieubescherming en de erkenning van de rechten van inheemse en tribale volken. “Duurzaamheid kan niet alleen gaan over het verminderen van emissies. Het moet ook betekenen dat we de ecosystemen beschermen die het klimaat reguleren en de mensen ondersteunen die daar zorg voor dragen,” stelde Simons in dat gesprek. Volgens TIME maakt de president van gemeenschapsgeleid bosbeheer een kern van de nationale ontwikkelingsstrategie, en niet een bijzaak.
De Surinaamse inzet in Belém zal zich daarnaast richten op de financieringsvraag: landen als Suriname, die grote stukken tropisch regenwoud in stand houden, willen dat rijke economieën niet langer miljarden blijven steken in subsidies voor fossiele brandstoffen, maar middelen vrijmaken voor bescherming van bossen, wetlands en biodiversiteit. Simons heeft eerder aangegeven dat die omslag essentieel is om zowel mondiale klimaatdoelen te halen als lokale leefgemeenschappen perspectief te bieden.
De COP30 zelf vindt plaats van 10 tot en met 21 november in Belém. Daar komen wereldleiders, multilaterale instellingen en klimaatorganisaties bijeen om afspraken te maken over het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen, het versnellen van klimaatadaptatie en het compenseren van landen die hun natuurlijke hulpbronnen in stand houden ten bate van de wereldwijde klimaatsveiligheid. Suriname zal in dat forum blijven benadrukken dat bosbescherming geen vrijblijvende morele bijdrage is, maar een mondiale dienst die eerlijk beloond moet worden.
“De geschiedenis zal ons niet beoordelen op wat we van plan waren, maar op wat we moedig genoeg waren om te doen,” aldus Simons voorafgaand aan haar vertrek.









