Vandaag herdenken we dat het 160 jaar geleden is, dat op 1 juli 1863 de slavernij in Suriname wettelijk werd afgeschaft. De eeuwenlange Trans-Atlantische slavernij en slavenhandel waren een van de grootste wreedheden tegen de menselijkheid in de recente geschiedenis. Nog steeds leven mensen die rechtstreeks verhalen hierover hebben vernomen van hun opa’s of oma’s, die als kind de slavernij hebben meegemaakt.
Na de wettelijke afschaffing moesten de ‘vrijgekomen’ slaven als ‘overgangsperiode’ nog tien jaar ‘verplicht’ werken op de plantages, tegen een magere vergoeding. Dat terwijl plantage-eigenaren een riante ‘compensatie’ kregen voor ‘verlies’ van hun vrijgekomen slaven. Velen stellen daarom dat de slavernij niet 160 maar 150 jaar geleden ‘feitelijk’ is afgeschaft. Feit is dat op 1 juli 1863 geen enkele (geboren) Afrikaanse tot slaafgemaakte nog ‘eigendom’ of ‘lijfeigene’ was van een ‘meester’, die naar willekeur kon overgaan tot wreedaardige lijfstraffen.
Erkend als mens
Vandaar de benaming ‘Emancipatie’ of ‘Manspasi’ voor de wettelijke afschaffing van de slavernij. De tot slaafgemaakten waren niet langer gelijk aan ‘goederen’ of ‘vee’ maar erkent als mens door de blanke onderdrukkers. Dat herdenken en vieren we. Iedereen is vanaf zijn of haar geboorte ‘mens’; zo zijn wij genetisch en geestelijk geschapen. Daarvoor is geen erkenning of instemming van een andere nodig. Maar zoals meestal met onderdrukking kan een systeem ontstaan van lichamelijke, geestelijke en culturele ‘verontmenselijking’, die eeuwen kan duren zoals ons slavernijverleden. Veelzeggend hiervoor is de benaming ‘marrons’ die is afgeleid van ‘marronage’, wat ‘weggelopen vee’ betekent. Drie eeuwen waarbij je totaal werd ontdaan van je menswaardigheid, is van een geestelijk trauma dat zijn weerga niet kent. De negatieve effecten ervan, al of niet zichtbaar, werken na ruim anderhalve eeuw nog steeds door op de nazaten als bevolkingsgroep en op Suriname als natie.
Negatieve doorwerking
Relatief sinds kort groeit de bewustwording over in hoeverre het slavernijverleden negatief doorwerkt op de sociaal-economische en maatschappelijke kansen van nazaten van Afrikaanse tot slaafgemaakten. Als er wordt geleefd zonder gedegen historisch besef, dan is er sprake van ‘onwetendheid’, hoe ‘hooggeschoold’ je ook bent. Dit geldt voor alle nazaten van welke bevolkingsgroep dan ook. ‘Hoe wij ook hier samen kwamen’ of al waren, en het ons daarna verging; we hebben allen als natie te weinig historisch besef hierover. Een samenleving die ‘onwetend’ blijft of is over haar vertrekpunt, zal altijd richtingloos of oriëntatieloos blijven dobberen. Immers van een bewust gekozen koers kan namelijk geen sprake zijn. Daarom zet de Partij voor Recht van Ontwikkeling (PRO) het zwaartepunt op onderwijs als ‘recht’ en als sleutel of instrument tot ‘ontwikkeling’. Hierdoor zijn wij een partij waarbij ‘nationaal’ en ‘vooruitstrevend’ geen loze kreten zijn maar hiermee concreet worden ingevuld. Op basis van een duidelijke visie.
Onmisbare voorwaarde
Wat wij ook als jonge zelfstandige natie van de grond willen krijgen, hiervoor is kennis – dus onderwijs en educatie – een onmisbare voorwaarde voor de gewenste maximale ontwikkeling. Via het recht daarop zullen we alle (kwetsbare) groepen in ons land laten ‘emanciperen’. De geschiedenis bewijst dat dit recht niet vanzelfsprekend is. Onze Afrikaanse voorouders hebben dat eeuwenlang letterlijk en aan den lijve ondervonden.
Zij hebben met hun zweet, tranen en bloed dit offer gebracht, waardoor wij vandaag de dag als natie in vrijheid mogen leven, met alle rechten en kansen die daaraan verbonden zijn. Als eerste stap en voorwaarde voor hun ‘emancipatie’ (menselijke gelijkstelling) kwam 150 jaar geleden hun wettelijke erkenning als mens, na eeuwen van onderdrukking en verontmenselijking.
Dit onvrijwillige, lang aanhoudende en bloedig offer mag niet voor niets zijn geweest. Daarom is het grote noodzaak dat we als natie ons historisch besef en bewustwording gaan vergroten, via onderwijs en educatie. Dit niet alleen voor onze gerichte koersbepaling, maar ook opdat wij op basis van alwetendheid, grotere waardering en koestering opbrengen voor dit offer. Laten we daarom dit jubileumherdenkingsjaar van ‘Keti Koti’ een extra bezinningsvolle dag maken. En vanwege zijn niet-vanzelfsprekendheid vooral ook uitbundig vieren als ‘dag van vrijheden’ voor álle Surinamers, hoe en van waar we ook hier samen kwamen. De PRO wenst alle Surinamers ter wereld, en in het bijzonder de nazaten van de Afrikaanse tot slaafgemaakten, wan Switi Manspasi Dei!