Er is genoeg geld in Suriname, alleen zit het vast in de informele sector, zegt de minister van Financiën Stanley Raghoebarsing tegen de Nederlandse dagblad NRC. “We zullen impopulaire maatregelen moeten nemen.”
Hij noemt het ‘de grote wake-up call’: het uit de hand gelopen antiregeringsprotest van 17 februari jongstleden, toen de Nationale Assemblee werd bestormd, er vernielingen werden aangericht en er in Paramaribo werd geplunderd. Volgens de minister van Financiën moet het roer nu radicaal om. Het is mogelijk om de Surinaamse economie te redden en te laten groeien, zegt Raghoebarsing. Maar er moeten wel een aantal impopulaire maatregelen worden genomen, stelt hij. “We kunnen niet steeds de makkelijke weg volgen en vooral de loontrekkers en arbeiders meer belasten of laten bezuinigen. Een kleine groep rijken en lokale politici met banden in de grondstoffensector wordt nu te veel beschermd. Dat moet stoppen”, zegt hij verder tegen NRC.
Raghoebarsing ging drie maanden terug akkoord met zijn benoeming tot minister van Financiën op voorwaarde dat hij zich dan wel goed op een aantal zaken kon richten. “Ik zei tegen president Santokhi: ontsla me van veel dingen. Er zijn een paar prioriteiten die ik aandacht wil geven, zoals de koersen en prijzen, zodat er stabiliteit komt in het land. Ik wilde me vooral met de introductie van de btw bezig houden en met het traject van het IMF.”
Maar er is zoveel aan de hand in Suriname dat Raghoebarsing nauwelijks aan zijn focuspunten toekomt. Sinds het aantreden van president Chan Santokhi en zijn vicepresident Ronnie Brunswijk in 2020 is de economische malaise alleen maar erger geworden. Volgens de recente cijfers is de inflatie boven de 50 procent met de koers voor de Surinaamse dollar rond de 35 voor de euro en 34 voor de Amerikaanse dollar. “Zolang we de koersen niet kunnen beteugelen, heeft dat impact op de huishoudens van Surinamers, want dan stijgen de prijzen”, zegt hij.
In 2021 sloot Suriname een overeenkomst met het IMF voor een lening van zo’n 570 miljoen euro, maar dan moet het land wel – zoals het IMF eist – hervormingen en bezuinigingen doorvoeren. “Het IMF is geen gemakkelijke partij. Het heeft als voordeel dat je met het IMF aan boord, internationaal vertrouwen wekt. Maar we hebben bij het IMF te maken met technici die weinig oog hebben voor de menselijke kant. Ze eisen bezuinigingen en afschaffing van subsidies die de mensen alleen maar verder verarmen. Ze eisen ook inkomstenverhogende maatregelen en daar moeten we ons nu op focussen. Met of zonder het IMF, we zouden sowieso hervormingen moeten doorvoeren.”