Ondanks de dalingen van de wisselkoersen, is er geen sprake van prijsverlaging in de winkels. Stanley Raghoebarsing, minister van Financiën en Planning, zegt dat men niet alle prijzen in de hand heeft. “Als we naar brandstof kijken, zien we dat die nu omhoog gaat. Dat hebben we niet in de hand”, merkt de bewindsman op.
Dat de brandstofprijzen omhoog gaan, is volgens hem te wijten aan wereldomstandigheden waaronder de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Ook de droogte in het Panamakanaal maakt dat het transport van producten veel hoger komen te liggen. “Al die factoren spelen een rol, maar elke crisis is een goede kans om onze eigen productie te verbeteren”, merkt de minister op.
De wisselkoersen zijn sinds vorig jaar aan het dalen en fluctueert tussen de SRD 35 en SRD 37 voor een Amerikaanse dollar. Dit geldt ook voor de Euro. Raghoebarsing zegt verder dat de inflatie ook een groot effect heeft op de prijzen in de winkels. Volgens het IMF zal Suriname dit jaar een maximale inflatie van rond de 15 procent behalen. In December 2023 heeft Suriname een inflatie van 32,6 procent genoteerd. Dit was toen door de Suriname Economic Oversight Board als een gunstige ontwikkeling aangegeven.
Hij geeft aan dat enkele basisproducten wel in prijs zijn gedaald, maar helaas niet alle prijzen in de hand hebben en dat er middels verschillende projecten, waaronder Food Basket, de regering toch tracht om basisgoederen te verlagen. “Door de prijzen van deze goederen via Food Basket te verlagen, heeft het ertoe geleid dat, tot een paar maanden geleden, enkele basisproducten waaronder aardappelen en uien bijvoorbeeld van SRD 85,- naar SRD 45,- terug zijn gevallen.”
Raghoebarsing anticipeert met de ontwikkelingen van Olie en Gas ook veranderingen op de prijzen. “Het zal zeker effect hebben op onder andere de huurhuizen. We moeten daar echt voorzichtig mee zijn en die discussie voeren. Het zal gebeuren en mag geen arme mensen treffen”, aldus de minister.