Het staatsinkomen van de overheid is bij lange na niet genoeg, de regering kampt daardoor met grote tekorten. Dat zegt Stanley Raghoebarsing, minister van Financiën en planning tijdens de IMF-persconferentie.
Er moet worden gewerkt aan het verhogen van de staatsinkomsten, vooral bij het innen van belastingen. De douane-inkomsten zijn enkele van de zaken die aangepakt moeten worden. Wekelijks heeft de staat een inkomen van SRD 1 miljard nodig om de nodige kosten te dekken. “Maar we halen slechts 80 procent daarvan binnen en de overheid komt niet uit”, zegt Raghoebarsing.
Het is niet de eerste keer dat de minister van Financiën praat over het verhogen van de staatsinkomsten. Maar het is een grote uitdaging om de zaken en instanties die nodig zijn te versterken en bemannen. “Het bemannen van de douane en beter overleg van de ministers in verband met de inkomsten is een van de uitdagingen. Komende week zal ik een brief doen uitkomen aan alle diensten dat de inkomsten beter geïnd moeten worden”, aldus de minister.
Behalve het verhogen van de staatsinkomsten moet Suriname ook werken aan het beheersen van de kosten. Dat wil zeggen het afbouwen van subsidie, waarmee de regering al is gestart. Raghoebarsing geeft aan dat de staat rond de SRD 450 miljoen uitgeeft aan subsidie voor elektriciteit. “Dat houdt ook de extra kosten in voor de brandstof die EBS nodig had om thermische energie op te wekken, middelen die we niet hebben.”
Op de begroting is er een post onvoorzien opgebracht. Aan het begin van het begrotingsjaar is SRD 2 miljard opgebracht. “Met alle onvoorziene kosten die we hebben betaald is dat intussen geslonken naar SRD 60 miljoen. We proberen niet te onttrekken aan de leningen, want dit willen we liever uitgeven aan investeringen. Maar we hebben een paar keer de middelen voor leningen moeten aanspreken”, legt Raghoebarsing uit.
Anastacia Guscina van het IMF zegt dat Suriname ook veel meer moet uitgaven aan sociale uitgaven. Het quotum dat is vastgesteld voor ‘social spending’ wordt nog steeds niet gehaald. Dit was ook een van de kritische kanttekeningen bij de vijfde review. Raghoebarsing zegt dat er een overschot is aan personen die zich hebben aangemeld voor sociale steun.
De regering had gerekend op 90.000 personen die sociale steun nodig hadden. Intussen hebben 132.000 personen zich opgegeven. “Dat is 50 procent meer. We moeten nagaan welke personen het inderdaad hard nodig hebben.” De kosten voor sociale steun moeten komen uit de reguliere kosten van de overheid. Ook na het programma van IMF moet de regering de kosten zelf kunnen dragen.
De druk verlichten op de begroting door het afbouwen van subsidie op energie en het saneren van het ambtenarenapparaat is volgens Raghoebarsing nu meer dan ooit belangrijk.