Econoom Winston Ramautarsing stelt dat het wetsvoorstel Ontneming Wederrechtelijk Verkregen Voordeel (OWVV) op zichzelf onvoldoende is om corruptie en misbruik van publieke middelen effectief te bestrijden. Hij vindt dat De Nationale Assemblee (DNA) tegelijk de wet rond de In Staat van Beschuldigingstelling Politieke Ambtsdragers moet afschaffen.
Volgens Ramautarsing zorgt die procedure er in de praktijk voor dat ministers en parlementariërs een beschermlaag behouden, omdat vervolging niet rechtstreeks via het Openbaar Ministerie kan plaatsvinden. “Het is prima, maar dan moet je ook tegelijkertijd de immuniteit van parlementariërs en ministers, die alleen via het parlement in een proces kunnen worden gebracht, direct afschaffen. De in staat van beschuldigingstelling,” zei hij bij DTV Express.
De econoom stelt dat de huidige constructie partijpolitieke bescherming in de hand werkt. In zijn optiek wordt iemand pas echt aangepakt wanneer de eigen achterban hem of haar laat vallen. “Wanneer is iemand in staat van beschuldiging gesteld? Alleen als zijn partij hem niet meer lust. En zolang je in de partij gecovered bent, word je nooit aangeklaagd,” aldus Ramautarsing.
Ook ministers en parlementariërs moeten ‘kaalgeplukt’ kunnen worden
Ramautarsing benadrukte dat de doelstelling van de OWVV-wet — veroordeelden volledig kunnen ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel — voor iedereen zou moeten gelden. Hij koppelde dat aan een bredere oproep om politieke uitzonderingsposities te schrappen, zodat ook ministers en parlementariërs op dezelfde manier kunnen worden vervolgd en financieel kunnen worden aangesproken.
De ingediende kaalplukwet moet het mogelijk maken om veroordeelden te ontnemen van opbrengsten die via strafbare feiten zijn verkregen, zodat misdaad niet loont en schade aan de samenleving beter kan worden hersteld.
Opmerking over politieke context en schandalen
In zijn toelichting stelde Ramautarsing daarnaast dat bepaalde misstanden volgens hem minder snel aan het licht zouden komen als oud-president Chan Santokhi de afgelopen verkiezingen had gewonnen. Hij presenteerde dit als een inschatting van de politieke dynamiek rond het openbaar worden van schandalen.
Kritiek op quickscans bij ministeries
Ook uitte de econoom kritiek op de vele quickscans die de huidige regering laat uitvoeren. Volgens hem duren die te lang en verliezen ze daarmee hun karakter. “Een quickscan kan geen vijf maanden duren. Een quickscan is dagen. Het moet binnen een week klaar zijn,” zei Ramautarsing.
Hij voegde daaraan toe dat coalitiepartijen al in de oppositie signalen gaven over misstanden bij ministeries en daarom volgens hem voorbereid hadden moeten zijn. Tegelijk vindt hij dat het blootleggen van misstanden belangrijk is om herhaling te voorkomen, maar dat bestuur vooral moet draaien om herstel en verbetering van beleid en uitvoering.











