Ramdin: “Suriname heeft niets aan beloftes”

Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) benadrukt in een interview met Key News dat die gelden niet vrijkomen, en dat het daarom geen zin heeft om op dezelfde voet door te gaan bij het zoeken naar oplossingen voor gerelateerde vraagstukken.

De BIBIS-minister, die vanaf afgelopen vrijdag het voorzitterschap van de Caribbean Development and Cooperation Council (CDCC) bekleedt, wijst erop dat in de afgelopen periode het heel vaak ter sprake is gebracht hoe het Caraïbisch gebied wordt uitgesloten op financieel gebied. Dit is volgens Ramdin aangehaald bij verschillende vergaderingen van de Verenigde Naties, de OAS en ook tijdens de jaarvergadering van het IMF en de Wereldbank.

“Dus we hebben daarover heel nadrukkelijk gesproken”. Ramdin zegt dat het nu de bedoeling is om een Caribbean Resilient Fund op te zetten, zodat het eenvoudiger en toegankelijker is om in aanmerking te komen voor projectfinanciering. “Als dit lukt, zal de regio binnen een paar maanden ruimte krijgen bij de international financiële instellingen. We hopen dat we dan voldoende fondsen krijgen om te zorgen voor oplossingen voor een aantal vraagstukken.” De bewindsman zegt dat het bij de Caraïbische landen niet meer gaat om het maken van studies en consultancy’s. Hij benadrukt dat deze landen financiering willen om hun projecten uit te voeren.

Niet de veroorzaker van klimaatverandering

De bewindsman zegt dat het geen zin meer heeft om naar de klimaattop in de wereld te gaan, als het blijft bij beloftes, mooie ideeën en aspiraties. “Daar kopen we niets mee. Het is tijd dat we pas op de plaats gaan maken en gaan praten over wie de rekening gaat betalen.” Ramdin benadrukt dat het Caraïbisch gebied, voornamelijk Suriname, niet de veroorzaker is van klimaatverandering. “Althans niet in de mate als de rijke landen”. Hij wijst erop dat de rijke landen hun ontwikkeling hebben gefinancierd door gebruik te maken van hun eigen natuurlijke hulpbronnen. Daarbij hebben zij grote impact gehad op het klimaat in de wereld. “We hebben dat niet, maar we dragen wel de consequenties daarvan op dit moment.”

Positie Suriname

Ramdin wijst erop dat Suriname specifiek bijdraagt aan de vermindering van emissies. Hij geeft aan dat andere landen in de wereld nu moeten gaan beseffen dat het geen zin heeft voor Caraïbische landen om mee te doen aan deze meetings. “We gaan nog wel meedoen aan de COP-27 meeting. Maar als het gaat om de toekomst, zonder dat er financiële instrumenten zijn die praktisch en uitvoerbaar zijn op korte termijn, dan heeft het weinig zin om voort te gaan met het aanhoren van beloftes en mooie ideeën”.