De kantonrechter heeft het verzoek van de advocaten van de vijf Pikin Saron-verdachten om voorlopig in vrijheid te worden gesteld afgewezen. De openbare aanklager maakte direct na het indienen van het verzoek op vrijdag bezwaar.
De advocaten presenteerden een uitgebreide lijst van getuigen en argumenten aan de rechter, maar de Officier van Justitie (OvJ) protesteerde ook hiertegen. De behandeling van de zaak is uitgesteld tot eind deze maand. De verdachten, Jonathan A., Joshua H., Mitchel B., Rodney M. en Guiliano Z., stonden op vrijdag 19 januari 2024 opnieuw voor de rechter in verband met hun vermeende betrokkenheid bij beschietingen, gijzelingen, vernielingen en andere strafbare feiten in Pikin Saron begin mei vorig jaar.
Ze worden juridisch bijgestaan door een team van advocaten, bestaande uit Dubois, I.Kanhai, P. G. Castelen. Guiliano Z. krijgt daarnaast rechtsbijstand van advocaat Ferdinand. Dubois diende het verzoek tot vrijlating mede namens zijn collega’s in voor de verdachten Joshua H., Mitchel B., Rodney M, en Guiliano Z. Jonathan A. is eerder al in vrijheid gesteld.
De advocaat benadrukte dat preventieve hechtenis een maatregel is met een preventief doel en geen strafmaatregel. “Om deze reden moet bij het opleggen van deze maatregel extra rekening worden gehouden met het recht op het vermoeden van onschuld van de verdachte en het recht van de verdachte om zijn strafrechtelijke vervolging in vrijheid te doorlopen. Preventieve hechtenis mag slechts als uitzonderlijke maatregel worden opgelegd en niet als standaard maatregel, zoals in Suriname vaak gebeurt, ondanks de mogelijkheid die de nationale wet hiertoe biedt,” aldus de raadsman.
De advocaten stellen dat de rechtmatigheid van de preventieve hechtenis beoordeeld moet worden tegen de achtergrond van respectievelijk het Surinaams Wetboek van Strafvordering, het AVRM, en de rechtspraak van het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens (I/A Hof)en de bevindingen van de Inter-Amerikaanse Commissie (I/A Commissie).
Ze voeren aan dat uit het AVRM en de daarvan afgeleide rechtsregels de preventieve hechtenis in grote delen van de regio niet succesvol de rechtmatigheidstoets doorstaat. Zij concluderen dat ook in de Surinaamse praktijk deze preventieve maatregel niet rechtmatig en dus willekeurig wordt opgelegd. Het verzoek beslaat zeven pagina’s en omvat 29 argumenten.
De openbare aanklager verzette zich tegen het verzoek en somde de ten laste gelegde feiten op, met nadruk op de ernst van de feiten, variërend van moordpoging en brandstichting tot zware mishandeling en diefstal met geweld. De verdere behandeling van de zaak is uitgesteld tot 30 januari.