Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, Internationale Business en Internationale Samenwerking vertelde journalisten vandaag tijdens een persconferentie op zijn departement dat de staat de mennonieten, die recentelijk zijn afgereisd naar Suriname, niet accommodeert.
“Het enige wat de regering doet is ze aangeven dat ze welkom zijn. En dat is het enige wat zij ook wilden hebben.” Eerder dit jaar werd bekend dat deze mensen naar Suriname zouden komen om zich te vestigen. Ze zouden zich vooral op de grootschalige landbouw focussen.
De minister geeft aan dat de mennonieten zelf moeten bepalen als die mate van welkom zijn zal resulteren in een verblijf in Suriname. Dat de groep bijvoorbeeld geen grond wordt aangeboden is veelal ook om het grondenrechtenvraagstuk, geeft Ramdin aan. Dit, omdat zaken goed overwogen moeten worden voordat er besluiten worden genomen ten aanzien van dit vraagstuk. Hij stelt dat er diverse gesprekken zijn geweest met vooral belanghebbenden in het binnenland.
Iets dat te maken heeft met de regering is het feit dat er eerder gezegd is dat de mennonieten naar Suriname komen om 30.000 hectare grond te ontbossen. Er is gezegd dat dit zou leiden tot het verslechten van de carbonnegatieve status van Suriname. De minister zegt dat Suriname zich juist heeft gecommitteerd om ontbossing tegen te gaan. “Dus er zal geen toestemming worden verleend om te gaan tot massale ontbossing. Laat mij daarover ook duidelijk zijn.” Het gaat om agrarisch land dat reeds als agrarisch land is aangewezen dat gebruikt zal worden voor landbouw door de mennonieten.
De minister benadrukt dat ontbossing helemaal niet in de planning staat in het mom van afspraken met mennonieten. Hij stelt dat er andere planningen zijn gemaakt. Dit is zelf geschied in een summit eerder dit jaar in Belem. Daar is bepaald dat Suriname de ontbossing al in 2030 moet stoppen.