De regering van Suriname zal de kosten van de begrafenissen van de slachtoffers van het geweldsdrama in Richelieu, district Commewijne, op zich nemen. Ook wordt professionele psychosociale begeleiding beschikbaar gesteld voor de nabestaanden en de getroffen gemeenschap. Dat blijkt uit een officiële verklaring van president Jennifer Geerlings-Simons.
Het staatshoofd laat weten in de vroege ochtend geschokt kennis te hebben genomen van het nieuws over het extreme geweld, waarbij meerdere mensenlevens – onder wie kinderen – op gruwelijke wijze verloren zijn gegaan. “Dit drama treft ons als natie in een periode waarin wij samen het kerstfeest hebben gevierd en ons voorbereiden op de jaarwisseling – een tijd die juist in het teken zou moeten staan van saamhorigheid en hoop,” aldus de president.
President Simons heeft de ministers van Justitie en Politie, Harish Monorath, Sociale Zaken en Volkshuisvesting, Diana Pokie, en de onderminister van Volksgezondheid, Welzijn en Arbeid, psycholoog Radj Jadnanansing, opgedragen om vanmiddag persoonlijk poolshoogte te nemen bij de getroffen families in Richelieu. Zij moeten zich ter plaatse laten informeren en nagaan welke vormen van ondersteuning direct en op langere termijn nodig zijn.
In haar verklaring betuigt de president haar innige deelneming aan de nabestaanden, de gemeenschap van Commewijne en de totale Surinaamse samenleving. Zij benadrukt dat Suriname in deze periode van rouw en verslagenheid samen sterk moet staan, in verbondenheid en compassie. “Wij rouwen als één natie met alle families die hun dierbaren hebben verloren,” stelt Simons.
De regeringsleider geeft verder aan dat de internationale betrokkenheid bij het drama groot is. De Nederlandse premier Dick Schoof heeft volgens de president persoonlijk zijn medeleven betuigd aan haar en aan het volk van Suriname. De president besluit haar boodschap met de oproep om de getroffen families de ruimte te geven om in rust te rouwen en zich als samenleving te scharen rondom hen die het zwaarst zijn getroffen.











