“We wachten de procedure af. Het is een lopende kwestie, waarbij de rechterlijke macht van Nederland betrokken is. We gaan ons hierin niet mengen, want dit is een Nederlandse aangelegenheid”, zei minister Albert Ramdien van Buitenlandse Zaken donderdag in het parlement over de 19,5 miljoen euro, die door Nederlandse autoriteiten in 2018 in beslag is genomen op verdenking van witwassen.
De bewindsman zei dat de regering altijd staat aan de zijde van de wet, want Suriname is een rechtstaat. Volgens hem is er wel een goed overleg met de Centrale Bank van Suriname en de betrokken banken in deze kwestie, die met hun advocaten deze zaak ook aanvechten. “Het imago van het land is belangrijk en we willen dat deze zaak zo snel mogelijk wordt opgelost.” “We gaan ons niet mengen in de interne aangelegenheden van een buitenlandse mogendheid wat betreft hun rechterlijke macht.” Op 6 augustus zal de zaak voorgaan, dus de Surinaamse regering zal rustig afwachten. “De rechtbank van Den Haag zal een uitsluitsel geven, dus wij wachten gewoon rustig af en kijken verder wat voor stappen er genomen kunnen worden.”
Minister Kenneth Amoksi van Justitie en Politie zei dat er een rechtshulpverzoek ontvangen is in deze zaak, maar het ministerie heeft dienstig geacht om niet in te gaan op dit verzoek. Hij zei dat er een bilaterale overeenkomst is met Nederland en als de uitspraak het imago van Suriname zal schaden, dan zal er in overleg getreden worden.