De regering werkt, samen met juristen, aan verschillende scenario’s om het slepende geschil rond het infrastructurele project aan de Van ’t Hogerhuysstraat op te lossen.
Minister Stephen Tsang van Openbare Werken en Ruimtelijke Ordening benadrukt dat het vinden van een oplossing die zowel de rechtsstaat respecteert als de maatschappelijke schade beperkt, prioriteit heeft.
De zaak draait om een vonnis van de kantonrechter dat bepaalt dat de gunning aan Kuldipsingh Infra moet worden ingetrokken en de aanbesteding van Baitali opnieuw moet worden geëvalueerd. Volgens Tsang betekent uitvoering van dit vonnis echter dat de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) de financiering van het project zal stopzetten. “Ik kan mij mislopen van IDB-financiering niet permitteren”, waarschuwde de minister woensdag tijdens de begrotingsbehandeling in De Nationale Assemblée.
Tsang voerde afzonderlijk overleg met zowel de IDB als Baitali. De IDB stelde zich volgens hem coöperatief op, maar benadrukte schriftelijk dat de bank haar eigen regels niet kan overtreden. Baitali houdt vast aan volledige uitvoering van het vonnis. “Ik zal mij niet wagen aan een uitspraak over wie gelijk heeft. Mijn prioriteit ligt bij het belang van de samenleving”, aldus Tsang.
Omdat het herstel van de zwaar beschadigde weg niet langer kon wachten, greep de regering terug op een bestaand contract met Baitali voor de levering van 1600 ton asfalt, oorspronkelijk bedoeld voor andere projecten. Een deel daarvan is ingezet voor het dichten van de gaten. Met eigen personeel en materieel is afgelopen maandag gestart met de reparaties.
De minister erkende dat de stagnatie het land veel geld heeft gekost en bood vanaf het spreekgestoelte zijn excuses aan voor de vertraging. “We hebben wat tijd gekocht om tot een oplossing te komen die de minste schade oplevert”, zei Tsang. Zodra er een definitieve keuze is gemaakt, zal de regering die aan het parlement en de samenleving presenteren.