Het traditioneel gezag moet bijdragen aan het ontwikkelen van een geïntegreerd beleidskader. Om dit te bewerkstelligen is er dinsdag een workshop georganiseerd om het traditioneel gezag van de diverse marron en inheemse dorpen aan te horen.
De workshop is onderdeel van het Joint Programma Leaving No One Behind, JPLNOB, dat een samenwerking is tussen het maatschappelijk middenveld, de Surinaamse overheid en een aantal agentschappen van de Verenigde Naties (VN). Binnen dit project is de Surinaamse overheid vertegenwoordigd door het ministerie van Regionale Ontwikkeling en Sport (ROS), dat het project trekt, en zijn ook de ministeries van Sociale Zaken & Volkshuisvesting (SOZAVO) en Buitenlandse Zaken, International Business & Internationale Samenwerking (BIBIS) vertegenwoordigd.
Sharon Westerlow-Pinas, program manager van JPLNOB, zegt dat behalve de traditionele gezagsdragers, er ook vertegenwoordigers van andere belanghebbende organisaties betrokken waren bij de workshop, die is gehouden te Asewa Otono aan de Prinsessestraat. Ze zegt dat het de bedoeling is de input van de traditionele gezagsdragers te krijgen in het ontwikkelen van dit beleidskader. “We kunnen als overheid niet achter ons bureau zitten en vandaar uit het beleid bepalen. Of dat we consultants inhuren en that’s it.”
De programmamanager zegt dat de input van de doelgroep belangrijk is, omdat het gaat om hun belevingswereld. Onder een geïntegreerd beleidskader moet de samenleving volgens haar begrijpen dat het gaat om een beleid dat is gericht op inclusie; het verbeteren van hun leefomstandigheden; en nieuwe inkomstenbronnen te identificeren. Voor het ontwikkelen van een geïntegreerd beleidskader heeft de organisatie achter het Joint Programma Leaving No One Behind, ook consultants ingehuurd, namelijk één lokale en één buitenlandse consultant.
Westerlow-Pinas zegt dat er ook kennis binnenshuis is, wat samengevoegd zal worden met de adviezen van de consultants en de traditionele gezagsdragers om te komen tot het uiteindelijke product. Hierbij is de rol van het ministerie van ROS zeer cruciaal. “Het ministerie heeft een leiderschapsrol in dit project vanwege het feit dat de directoraten die zich focussen op de gemeenschappen in het binnenland allemaal vallen onder mandaat van het ministerie”.
Daarom is het secretariaat voor het uitvoeren van dit project gehuisvest in het ministerie zelf. Westerlow-Pinas haalt aan dat na vandaag al hetgeen de mensen tijdens de workshop naar voren hebben gebracht, meegenomen wordt bij het formuleren van het geïntegreerd beleidskader. En uiteindelijk zal er implementatie moeten plaatsvinden.