Luitenant Kolonel Petrus Wasimin heeft de leiding bij het Korps militaire politie op ceremoniële wijze overgedragen aan Majoor Roy Samuels.
Vanaf nu is hij commandant bij deze eenheid van het Nationaal Leger (NL), met een bagage van 39 dienstjaren. Hij stelt dat het geen makkelijke job is om de functie te bekleden binnen het leger. De majoor merkt op dat er geen zachte taal gesproken wordt tegenover manschappen, maar dat de taal van het leger gesproken wordt met het personeel.
Samuels geeft aan dat de overdracht niet van de een op ander dag is geschied. Hij geeft aan dat hij gevraagd is om de organisatie te leiden. Hij was enige tijd uitgeleend aan het bureau nationale veiligheid. “Je mag weten dat ik 39 jaar geleden mijn intrede heb gedaan bij het korps en ik heb alle afdelingen doorlopen.” Samuels was enige tijd onderofficier voordat die de rang van commandant bij de recherche immigratiedienst en ook commandant recherche administratie bekleedde. Hierna werd hij plaatsvervangend commandant van de militaire politie.
Samuels, die nu de rang van majoor bekleedt, zegt dat hij het korps door en door kent. Hij stelt dat er vroeger een andere discipline was in vergelijking met nu. “Ik ben old school. Ik ga voor een harde discipline.” Als MP’er zegt hij dat je niet met criminele zaken bezig mag zijn en heel integer moet zijn. Wasimin zegt, als gewezen leidinggevende, dat hij “veel heeft gedaan voor het korps”. Hij merkt op dat de jarenlange bezuinigingen en de covid pandemie erin resulteerde dat er onvoldoende capaciteit was om de partners te ondersteunen.
Wasimin geeft verder aan dat er een tekort was aan gekwalificeerd personeel. Hierdoor kon het werk niet adequaat gedaan worden. Het enige dat de organisatie overeind hield was volgens de luitenant-kolonel het credo: ‘improvise to succeed’. “Door de economische situatie was het haast niet te doen wat inzet betreft, de afgelopen periode”, meent de ambtenaar. Hij merkt op dat de organisatie echt moest veranderen om de taken die zij heeft te voltooien. Dit betekende niet alleen dat er adequaat materieel moest zijn, maar ook een veel nauwere samenwerking met civiele partners.