Kenrick Sahadeo en Dimitri Madamsir reizen af naar Guadeloupe voor deelname aan de Caribische wielrenkampioenschappen (14-15 oktober). Aanvankelijk lag het in de bedoeling dat de Surinaamse Wielren Unie (SWU) met 3 wielrenners (inclusief Jorryn Simson) zou afvaardigen. Voorzitter Earl van Wilgen zegt desgevraagd dat zijn organisatie uiteindelijk vanwege onvoldoende financiële middelen met slechts 2 wielrenners kon deelnemen.
Het Surinaams Olympisch Comité (SOC) zorgde voor 1 ticket, terwijl de SWU uit eigen kas en sponsor het ander toegangsbewijs veiligstelde. De wielerorganisatie ging een partnerschap met Oposport aan met als doel een crowdfundingcampagne op te zetten, waarmee deelname van de drie wielrenners bewerkstelligd moest worden. Van Wilgen legt uit dat deze actie niet veel geld opbracht, “maar wij zijn toch dankbaar dat wij wat hebben kunnen vinden. De overige kosten voor het reizen was letterlijk bedelen”, schetst de voorman de situatie.
De keuze voor Sahadeo en Madamsir is volgens de SWU-voorman gemaakt op basis van vorm en conditie. Op zaterdag 14 oktober zal de tijdrit worden afgewerkt en een dag later de wegrace. Echter, de Surinamers doen slechts mee aan het laatste onderdeel. Op de vraag waarom dit het geval is zegt de SWU-preses: “er is geen geld voor meenemen van een extra fiets. Wij gaan de tijdrit niet rijden met een wegfiets. Dan besparen wij onze energie liever voor de wegrace.”
Van Wilgen verduidelijkt dat wielrennen met veel technologie gepaard gaat. “Een tijdritfiets is speciaal voor dit onderdeel gemaakt.” Theoretisch zou participatie met een wegfiets wel kunnen, maar om betere prestaties neer te zetten is het beter als wordt gereden met een speciale tijdritfiets.
Naar zeggen van de SWU-topman is het belangrijk dat de Surinaamse wielrijders de wedstrijd uitrijden en zo hoog mogelijk proberen te eindigen. Het regionaal evenement heeft een 2.2 UCI-ranking wat betekent dat de deelnemers UCI-punten krijgen. Volgens van Wilgen doen de beste wielrenners van het Caribisch gebied mee, waarvan sommigen professionals zijn.
Enthousiasme
“Ik kijk uit naar een nieuwe uitdaging, want het is mijn eerste keer”, aldus een enthousiaste Madamsir. De wielrijder verwacht een sterk bezet toernooi en weet als eerstejaars renner in de elite categorie niet wat de kracht van de overige landen is. Zelfverzekerd stelt hij echter niet minder te zijn. “Ik zit ertussen.”
Naar zeggen van de wielrenner kende hij een goede voorbereiding. Hij doelt op deelnamen aan toernooien in onder andere Frans-Guyana (Grand Prix Cycliste), Trinidad en Tobago (Tobago Cycling Classics en een lokale wedstrijd). Bij terugkeer naar Suriname volgde het afgelopen weekeinde meteen de nationale wielrenkampioenschappen. “Ik sta er dus klaar voor en zal mijn best doen om Suriname hoger op de kaart te zetten.”
Madamsir is zich ervan bewust dat het tempo in Guadeloupe behoorlijk hoog zal liggen. “Als ik naar het parcours kijk is het heuvelachtig, dus zal het ook niet zo makkelijk zijn, maar ik sta wel ready ervoor.” Hij meent momenteel in bloedvorm te verkeren “dus ik verwacht het beste van mij.” De trip naar en van Trinidad eiste wel zijn tol lichamelijk. “Ik ben nog herstellende van een lichte koorts en maagproblemen, maar het lukt wel nu.”
Ambitie
“Ik wil me zo hoog mogelijk proberen te plaatsen met de weinige middelen die ik heb”, aldus een ambitieuze Sahadeo. De routinier zegt dat de voorbereiding niet naar wens verliep, aangezien hij zich ook op zijn opleiding moest focussen. “Het is soms moeilijk voor mij om om te trainen, maar het is uiteindelijk gelukt.” De wielrijder maakte gretig gebruik van elke ruimte aan vrije tijd. “Die heb ik benut.”
Sahadeo weet net als zijn landgenoot wat hen te wachten staat. Hij verwijst naar het heuvelachtig landschap in Guadeloupe. Verder weet hij dat de wielrenners van het organiserend land als de beste in het Caribisch gebied worden beschouwd. “Ze hebben hele sterke renners en ik zal heel goed moeten opletten.” Volgens Sahadeo is zijn vorm goed, “maar kan het beter en is dat net genoeg om voor een top 10 plek te strijden.”
De wielrenner is eenieder dankbaar die financieel heeft ondersteund om deze afvaardiging mogelijk te maken. “Het was voor ons heel zwaar om naar het toernooi te gaan. Ik bedank ze hiervoor. Wij moeten elkaar helpen, want als wij deze toernooien missen dan is Suriname nergens te zien in het Caribisch gebied.”
Sahadeo meent dat de lokale wielrenners graag naar elk toernooi willen. Het is dan hard trainen geblazen. De wielrijder erkent echter dat de economische situatie in het land het moeilijk voor hen maakt om aan de broodnodige middelen te komen om aan wedstrijden meet te doen. Hij doelt op bijvoorbeeld aanschaf van fietsen, materiaal, kleding en voeding, “die heel duur zijn. Het zou dus fijn zijn als de overheid ook meer in de sport zou investeren.”