“We zijn in tijd teruggezet als land en als samenleving. Laat dit nooit gebeuren. Laten we niet teruggaan naar achteruitgang en naar vernietiging”, zei president Chandrikapersad Santokhi maandagavond in het programma To The Point in aanloop naar de komende verkiezingen.
Volgens hem zijn er heel wat momenten geweest in de afgelopen jaren om bij stil te staan, waarbij belangrijke zaken niet zijn aangepakt. Hierdoor is Suriname flink achteruitgegaan. Hij hoopt dat dit Suriname niet meer overkomt. Santokhi haalde verder aan dat de komende verkiezingen een thema zullen hebben van behoud van stabiliteit, economische ontwikkeling, goed beleid en goed bestuur.
Er worden door verschillende partijen verwijten gedaan dat heel wat zaken niet goed zijn gegaan. “Maar we hebben wel leiderschap getoond op cruciale momenten en moeilijke beslissingen moeten maken.” Ondanks moeilijke momenten als 17 februari 2023, waarbij er heel wat winkels in de binnenstad geplunderd werden en het parlement bestormd werd, heeft de regering moed getoond. “Wij zijn niet weg gegaan.” Er is durf getoond om de economie te herstellen en historische problemen, zoals afschaf van verschillende subsidies en reorganisatie van het ambtenarenapparaat, aan te pakken. “Al deze zaken moeten gecontinueerd worden na mei 2025.”
Santokhi benadrukte verder dat Suriname nu de kans heeft om met de olie- en gassector vooruit te gaan. “Alle Surinamers kunnen rijk worden door hard te werken. Alle Surinamers zullen de kans krijgen om mee te profiteren. Wij gaan van een ontwikkelingsland een ontwikkeld land.” Volgens hem zal hiervoor iedereen nodig zijn en alle verschillen zullen aan de kant gezet moeten worden. “Laten we geen haatzaaien en zorgen voor etnische verdeeldheid. We zijn allemaal Surinamers en we bereiken niets mee.”
Het staatshoofd beaamde dat tijdens deze regering niet alles piekfijn is gegaan en er zijn fouten gemaakt, maar hij is wel bereid om deze te corrigeren. “Wij zijn een partij met een visie, met discipline, met bereidheid om samen te werken met eenieder, die klaar staat om voor het land en volk te werken.”