Met het afsluiten van de vastenmaand, Ramadan, zegt president Chandrikapersad Santokhi in zijn boodschap dat deze periode ook een tijd van bezinning is en na te gaan waar wij naar toe willen als volk.
“Zonder de inspanningen en opofferingen van onze voorouders zouden wij niet zijn, wat we nu zijn”, zegt Santokhi in zijn toespraak. Hij zegt verder dat onze moslimbroeders de afgelopen periode in gebed hebben doorgebracht om zo weerbaar te zijn tegen de vele uitdagingen die ons land en de wereld in haar greep hebben.
De president zegt dat wij als volk ons moeten blijven inspannen, zodat wij een betere situatie voor onze kinderen en kleinkinderen kunnen achterlaten. “De vastenmaand Ramadan staat symbool voor de moeilijke tijden die we meemaken. Maar leert ons ook in collectief verband de honger te trotseren en solidariteit te tonen”, zegt Santokhi en benadrukt verder dat de moeilijke situatie niet de natuurlijke staat is.
Hij zegt dat wij als natie samen zullen terugkeren naar de verlichting, net als hoe de samenleving samen het Ied-Ul-Fitr feest zal vieren. Echter, voor men kan over gaan tot verlichting vereist het net als tijdens het vasten “om geduld en doorzettingsvermogen te kweken, alsmede standvastigheid.”
Hij benadrukt dat samen als volk, elk maatschappelijk probleem opgelost kan worden. Niet alleen de regering, maar elk maatschappelijk onderdeel moet volgens Santokhi haar bijdrage moeten leveren. “Zowel de consumenten, als de handelaren, de producenten, de dienstverleners en de financiële instellingen”, merkt de president op.