President Chandrikapersad Santokhi heeft als hoofd van de regering kennisgenomen van de berichtgeving over de veroordeelden over de tenuitvoerlegging van het uitgesproken vonnis over de zogenaamde 8 december zaak.
Het staatshoofd wenst te benadrukken dat de regering geen primaire rol heeft bij de executie van het vonnis. Die bevoegdheid ligt volgens de wettelijke bepalingen, bij het Openbaar Ministerie, die met inachtneming van de ter zake geldende wettelijke voorzieningen, de tenuitvoerlegging ter hand zal nemen.
Met betrekking tot enig verzoek tot gratie door de veroordeelden, is de president tot heden niet geïnformeerd door het Openbaar Ministerie. De regering zal niet ingaan op speculaties of publieke uitspraken gedaan hieromtrent via de media.
Het uitgesproken vonnis op 20 december 2023 in een zaak waar 41 jaar geleden ernstige mensenrechtenschendingen hebben plaatsgevonden, houdt de samenleving nadrukkelijk en om begrijpelijke reden bezig. De regering zal zorgvuldig omgaan met alle aspecten verbonden aan deze aangelegenheid en roept op aan allen om in rust en met geduld de acties van de daartoe door de wet aangewezen autoriteiten af te wachten.
Het moet ook duidelijk zijn dat de regering de uitspraak van de onafhankelijke rechter niet naast zich neer mag leggen of daarover “onderhandelingen” kan voeren. Het vonnis staat er en de veroordeelden hebben de gelegenheid om van de in onze nationale wetgeving aangegeven mogelijkheden, zoals onder andere gratie, gebruik te maken. Over de uiteindelijke detentie van de veroordeelden, en de hieraan verbonden veiligheidsmaatregelen zal de regering haar inzichten delen met het Openbaar Ministerie. Daartoe worden intern evaluaties gemaakt en scenario’s ter zake bestudeerd, mede op basis van informatie en ervaringen, nationaal en internationaal.
De regering zal niet vooruitlopen op zaken en zal handelen conform de rechtsstaat, principes, beginselen van goed bestuur en, in de overwegingen ter zake, het belang van rust, orde en veiligheid van de samenleving in acht nemen.