De regionale vicepresident van de Wereldbank, Carlos Felipe Jaramillo, is op werkbezoek in Suriname. Hij is vanuit de mondiale financiële instelling belast met de coördinatie van Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied.
Op 18 maart 2024 heeft president Chan Santokhi tijdens een persconferentie lovend gesproken over de samenwerking met de Wereldbank. Volgens hem is de organisatie bereid Suriname verder te ondersteunen, omdat ze de vruchten van het herstelprogramma van zijn regering op macroniveau hebben gezien. Hij merkte op dat bij de uitvoering van het IMF-programma ook ondersteuning is van de Wereldbank.
“Het IMF heeft een leidende rol, maar het wordt ondersteund door verschillende andere financiële instellingen om onze economie structureel te herstellen”, aldus Santokhi, die aangaf dat er intensieve gesprekken zijn gevoerd met de Wereldbank om te kijken hoe ze Suriname verder kunnen helpen. “Eén ding is duidelijk, en dat is de bereidheid om ons verder te ondersteunen. Ze merken dat we resultaten boeken.” Santokhi benadrukt dat Suriname alle macro-economische parameters heeft gehaald. De verbetering moet volgens hem nu ook op microniveau merkbaar zijn.
Santokhi kon zijn blijdschap niet inhouden en sprak van een hoogst uniek bezoek, omdat Suriname geen uitgebreid samenwerkingsprogramma heeft met de Wereldbank. Voorafgaand aan de persconferentie, waarbij ook de Wereldbank-vicepresident en minister van Financiën Stanley Raghoebarsing aanwezig waren, heeft uitgebreid overleg plaatsgevonden en zijn er afspraken gemaakt. Vicepresident Jaramillo deelde het “goede nieuws” mee dat Suriname wordt toegelaten tot de International Development Association (IDA) en USD 22.5 miljoen ter beschikking krijgt voor ontwikkelingsprojecten.
Dit betreft geen schenking maar een lening. Minister Raghoebarsing nuanceerde dit door aan te geven dat elke cent die Suriname leent, wordt gecontroleerd door het bureau voor de staatsschuld. “We hoeven nu niet naar de kapitaalmarkt om tegen hoge rentetarieven te lenen. Als we hier dergelijke leningen kunnen krijgen, zitten we op een rentepercentage van 1-2% met een looptijd van 20 jaar en zeer gunstige voorwaarden.” Hij zei dat dat er een verschil is, doelend is op leningen van de vorige regering.