“Ik ben diep teleurgesteld op de manier waarop zaken zijn aangepakt door het ministerie”, zegt voorzitter Mitchell Matroos van de Stichting Social Army op de toewijzing van stukken percelen van het Sabaku project aan parlementariërs.
Matroos is niet tegen de toewijzing van percelen aan parlementariërs, maar hij kan de manier waarop de percelen zijn toegewezen aan de parlementariërs niet verwerken. “Er zijn mensen, die al jaren wachten op hun grondpapieren, terwijl parlementariërs binnen enkele weken een aantal percelen toegewezen hebben gekregen.”
Social Army, die heel veel werk heeft verzet om jongeren in aanmerking te laten komen voor een stuk bouwperceel, is de houding van het ministerie zat. “We gaan reageren op de houding van het ministerie naar ons toe. Door de houding van het ministerie kunnen we concluderen, dat het lak heeft aan de jongeren.”
Volgens Matroos worden de jongeren niet serieus genomen en het lijkt alsof de jongeren geen belangrijke groep zijn. “Alles draait om de jongeren in het land en we zijn wel een belangrijke groep”.
Hij haalt aan dat een stuk bouwperceel heel veel zal betekenen voor de jongere, die natuurlijk ook recht op eentje heeft en hiermee ook een basis zullen hebben. “Als de jongeren een basis hier hebben, zal het voor hun moeilijk zijn om te vertrekken naar het buitenland. We strijden, omdat de jongeren recht hebben op een stuk perceel.”
De voorzitter zegt verder: “We gaan ons recht opeisen. We gaan een gesprek hebben met de 9840 geregistreerde jongeren. Aan de hand van het gesprek zullen we stappen ondernemen. We zullen natuurlijk de juridische weg bewandelen in deze kwestie en als ons advocaat zegt dat we een rechtszaak kunnen aanspannen, dan zullen we dat doen.”