DNA-lid Stephen Tsang (NDP) heeft tijdens de openbare behandeling van de wetswijziging inzake de beëindiging van het lidmaatschap van volksvertegenwoordigende organen – beter bekend als de terugroepwet – felle kritiek geuit. Hij waarschuwt dat de voorgestelde wijzigingen kunnen leiden tot een aantasting van de democratische principes.
Volgens Tsang is de wet oorspronkelijk in 2022 haastig ingediend en werd deze destijds in recordtempo door de commissie afgehandeld, zonder dat stakeholders voldoende tijd kregen om zich erover te buigen.
“Deze wet werd gehaast doorgevoerd in 2022 en is daarna volledig stilgevallen. Nu, 2,5 jaar later, verschijnt ze ineens weer op de agenda, wat getuigt van chaotisch en ad-hoc beleid”, aldus Tsang. Hij bekritiseerde niet alleen de timing, maar ook de inhoud van de wet, waarin volgens hem ernstige taalfouten voorkomen en fundamentele democratische principes worden ondermijnd.
Terugroepwet: Een muilkorfwet?
De terugroepwet, bedoeld om artikel 68 lid 1c van de grondwet te operationaliseren, wordt door Tsang omschreven als een potentieel gevaarlijk instrument waarmee kritische volksvertegenwoordigers monddood kunnen worden gemaakt. Hij stelt dat het principe van terugroeping op zichzelf al discutabel is, omdat het in strijd zou zijn met artikel 52 lid 1 van de grondwet, waarin staat dat de politieke macht bij het volk ligt en niet bij een politieke partij.
“Deze wet zet volksvertegenwoordigers onder druk om partijbelangen boven volksbelangen te plaatsen. Dat kan nooit de bedoeling zijn. Dit wetsvoorstel past in het rijtje van muilkorfwetten die thuishoren in een autocratisch systeem”, aldus Tsang.
Zijn grootste bezwaar richt zich op de toevoeging van royement als grond voor terugroeping. Volgens hem maakt deze wijziging een gekozen parlementariër volledig afhankelijk van de politieke partij die hem voordraagt. “Onze kiesregeling bepaalt dat het volk kiest, niet de partij. Maar met deze wijziging kan een partij iemand royeren en hem zo uit het parlement zetten, zonder dat het volk daar invloed op heeft. Dat is fundamenteel ondemocratisch”.
Machtsbehoud en partijdiscipline
Tsang suggereerde dat de wet opnieuw op de agenda is geplaatst omdat de coalitie vreest voor het afbrokkelende vertrouwen in de regering. “Waarom nu, zo vlak voor de verkiezingen? Is het de bedoeling om kritische DNA-leden binnen de coalitie de mond te snoeren?” Hij wees erop dat partijdiscipline via andere methoden kan worden afgedwongen, zoals contracten met boeteclausules, in plaats van wetten aan te passen op basis van politieke belangen.
Daarnaast waarschuwde hij voor de mogelijke manipulatie van de kiesprocedure. “Een partij kan populaire kandidaten voordragen om stemmen te trekken en hen vervolgens royeren voordat ze hun zetel innemen. Dit opent de deur voor politieke spelletjes en zet het hele democratische proces op losse schroeven”.
Onvolkomenheden in de wetstekst
Naast zijn principiële bezwaren wees Tsang op tal van technische en juridische onduidelijkheden in de wet. Hij noemde onder meer:
– Artikelsgewijze fouten: Volgens Tsang bevat de wet taalfouten en onduidelijke formuleringen die juridische interpretatie bemoeilijken. “Het komt erg slordig over. Dit moet grondig worden gescreend”.
– Gebrekkige definitie van een volksvertegenwoordiger: In artikel 1 lid e wordt een volksvertegenwoordiger gedefinieerd als iemand die een politieke organisatie vertegenwoordigt, terwijl volgens Tsang een volksvertegenwoordiger het volk hoort te vertegenwoordigen. “Als dat niet wordt gecorrigeerd, moeten we spreken van partijvertegenwoordigers in plaats van volksvertegenwoordigers”.
– Willekeur in terugroeping: Artikel 5 lid 1a spreekt over royement of “elke andere wijze” van beëindiging van het lidmaatschap van een partij als grond voor terugroeping. “Wat betekent ‘elke andere wijze’? Dit is vage en gevaarlijke willekeur”.
– Twijfelachtige gronden voor terugroeping: Artikel 5 lid 1g stelt dat een lid kan worden teruggeroepen wegens ‘slecht levensgedrag’, maar nergens wordt gedefinieerd wat hieronder valt. “Wie bepaalt dit en op basis waarvan?” vroeg Tsang zich af.
– Conflict met het kiesstelsel: Hij wees erop dat het wetsvoorstel geen rekening houdt met de recente wijziging in de kiesregeling, waarbij combinaties van politieke partijen niet meer zijn toegestaan. Dit kan volgens hem leiden tot onduidelijkheden over de opvolging van parlementariërs.
Juridische onzekerheid rond bezwaar en beroep
Tsang bekritiseerde ook de terugroepprocedure zoals vastgelegd in artikel 6. Volgens hem houdt de wet geen rekening met eventuele bezwaar- en beroepsprocedures. “Een parlementslid kan door een partij worden teruggeroepen zonder dat hij zich hier juridisch tegen kan verdedigen. En wat als de rechter het royement terugdraait? Dan is het lid al weg en vervangen”.
Hij pleitte ervoor om pas over te gaan tot het vullen van een vacature als alle rechtsmiddelen zijn uitgeput. “Zonder deze waarborgen blijft de terugroepwet een instrument voor willekeur en machtsmisbruik”.
Slotopmerkingen
Tsang sloot zijn betoog af met een oproep om de wet grondig te herzien of volledig te schrappen. Hij benadrukte dat het parlement wetten moet maken in het belang van het volk, niet voor machtsbehoud van politieke partijen.
“We hebben nog vier maanden tot de verkiezingen. In plaats van wetten die de democratie ondermijnen, zouden we ons moeten richten op wetgeving die de transparantie en integriteit van bestuur versterkt, zoals de wet openbaarheid van bestuur. Dat is waar het volk écht behoefte aan heeft”.