Suriname en Nederland hebben tijdens het staatsbezoek van het Nederlandse koninklijk paar het platform Samenwerking Onderwijsinstellingen Nederland – Suriname (SONS) gelanceerd.
Met SONS willen beide landen de al bestaande samenwerking tussen onderwijs- en kennisinstellingen beter bundelen, structureren en toekomstgerichter maken, van mbo en hbo tot universiteiten. Het platform moet studenten en onderzoekers meer kansen bieden om grensoverschrijdend samen te werken.
Volgens de initiatiefnemers is de band tussen Surinaamse en Nederlandse instellingen de afgelopen decennia gegroeid door onder meer de gedeelde taal, historische verbondenheid, overeenkomsten in onderwijssystemen en de Surinaamse gemeenschap in Nederland. SONS moet nu meer samenhang en focus brengen in de vele projecten en individuele initiatieven die al bestaan, en instellingen ondersteunen bij duurzame en gelijkwaardige samenwerking.
Minister Dirk Currie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (OWC) noemt de lancering een volgende stap in het versterken van de relaties tussen onderwijsinstellingen. Hij stelt dat het platform zorgt voor centrale coördinatie en het inzichtelijk maken van samenwerkingen, met als doel dat deze “van duurzame aard” zijn. Volgens Currie zullen samenwerkingen onder meer plaatsvinden op universitair beleidsniveau, in docent- en studentenuitwisseling, gezamenlijk onderzoek en op PhD-niveau.
De Nederlandse minister Gouke Moes van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) benadrukt dat het delen van dezelfde taal een belangrijke basis vormt. Hij zegt dat SONS ruimte moet maken voor structurele samenwerking tussen studenten, docenten en onderzoekers, waarbij beide landen elkaar kunnen aanvullen. Als voorbeeld wijst hij op onderzoek dat in Nederland in laboratoria kan plaatsvinden en veldwerk in Suriname, onder meer rond mangroves, om oplossingen te vinden voor vraagstukken zoals overstromingen.
SONS gaat zich onder meer richten op gezamenlijke curriculumontwikkeling, professionalisering van docenten en het verkennen en initiëren van uitwisselings- en onderzoeksprojecten rond actuele maatschappelijke thema’s. Genoemd worden onder andere afspraken en gedeeld beleid over stages en uitwisselingen, en interdisciplinaire projecten tussen wo-, hbo- en mbo-instellingen, bijvoorbeeld op het gebied van biodiversiteit, gezondheid, agricultuur, voedselzekerheid en techniek.
Het platform vloeit voort uit een Memorandum of Understanding en een onderwijsagenda die in juni 2023 door beide landen zijn ondertekend. Tijdens de eerste dag van het staatsbezoek is daarnaast een intentieverklaring getekend om de samenwerking voort te zetten. Later dit jaar moet de nieuwe formele samenwerking verder worden uitgewerkt, met nadruk op wederkerigheid, gelijkwaardigheid en duurzame impact.












