Door het niet uitvoeren van het Kaliña-, Lokono- en Saamaka-vonnis door de regering wordt Suriname internationaal ten schande gelegd. Dit stelde DNA-lid Edward Belfort dinsdag in het parlement tijdens de behandeling van de wet Grondenrechten inheemsen en tribale volkeren.
“Ik schaam me diep”, zei de parlementariër. Hij haalde aan dat de Verenigde Naties (VN) in 2007 de verklaring van de rechten van inheemsen heeft geaccepteerd, waarbij Suriname heeft geratificeerd. Suriname is lid van de VN en dient dus de vonnissen uit te voeren. “We worden internationaal gevolgd, omdat de inheemsen al jaren vechten voor hun grondrechten.”
Hij haalde aan dat Chandrikapersad Santokhi, die nu president is, voor de verkiezingen op Apoera gezegd had dat na zijn benoeming als president hij meteen de concessies in de inheemse gebieden zal bekijken en indien nodig intrekken. “Maar het is dezelfde president, die de minister van GBB heeft opdracht gegeven om vervallen concessies te verlengen.” Hij wil weten wat de president tegenhoudt om de vonnissen uit te voeren. “Wat er allemaal gebeurd is op Pikin Saron en wat nu gebeurt op Brokopondo komt, omdat er getalmd wordt met de uitvoering van deze vonnissen.”
Belfort was van mening dat de wet Grondrechten voor inheemsen en tribale volkeren zomaar wordt behandeld in het parlement, omdat deze niet zal werken. “De vonnissen moeten uitgevoerd worden.”