Suriname moet naar het Internationaal Gerechtshof in de kwestie van het betwist Tigrigebied. “Discussies en confrontaties met buurland Guyana zijn niet belangrijk meer”, zegt bestuurskundige August Boldewijn.
Hij merkt op dat met de recente ontwikkelingen, waarbij Guyana niet meer in Venezolaanse wateren mag vissen, Suriname als mogelijke zwakke schakel gezien wordt om druk uit te oefenen via de visvergunningenkwestie die nu speelt. Deze zaak mag naar zeggen van de bestuurskundige niet uitmonden in een conflict of leiden tot een oorlog.
Geschiedenis
Boldewijn geeft aan dat commissies die de afgelopen jaren zijn ingesteld om te bemiddelen in de zaak, niet zullen helpen. Ook wordt er al jaren gesproken over deze kwestie zonder dat er schot in de zaak komt. Deze zaak dateert uit 1845 met de Duitse natuurgeograaf, Jules Verne, die de grens van Guyana en Suriname moest bekijken. Deze wetenschapper werd ziek en kon niet verder met zijn onderzoek. Hij stelde dat de Coeroenirivier de grensrivier was, omdat hij daar gestopt was met zijn doorlichting. “Dit klopte dus niet”, meent Boldewijn. In 1873 is wetenschapper Charles Barrington Brown verder gereisd en concludeerde dat de Corantijn de grensrivier was. Sindsdien is er een slepende onenigheid geweest met Engeland.
Schrijven onbeantwoord
De bestuurskundige benadrukt dat Suriname niet mag toelaten dat er een gewapend conflict aan de orde komt. Nu oorlog voeren met Guyana is zinloos. Boldewijn brengt in herinnering dat het probleem in het verleden opgelost had moeten worden tussen Engeland en Nederland. Het voormalig moederland van Suriname, Nederland, heeft jarenlang brieven gericht om de kwestie te bespreken. Engeland heeft nooit gereageerd op een schrijven, waardoor de kwestie tot heden niet is opgelost.
Er is in 1900 een schrijven gericht aan Engeland. In 1966 is er een conferentie gehouden in London, Engeland waar Suriname, Nederland, Guyana en Engeland hebben gesproken over de grenskwestie. “Hier krijgen wij een ander vraagstuk. Nederland wilde Engeland graag hebben in de Europese Economische Gemeenschap, EEG. Hierdoor kon Nederland Engeland in de EEG krijgen. Uiteindelijk heeft de conferentie niets bijzonder opgeleverd ten aanzien van de grenskwestie.” Hierna volgde volgens de bestuurskundige geen andere problemen dan de kwestie van Chaguaramas. Na de kwestie is er een aantal commissies in het leven geroepen om de zaak te bekijken.
Militaire periode
Boldewijn merkt op dat zelfs in de militaire periode van de jaren ’80 er niets bijzonders is gedaan aan de grenskwestie. “Er is niets gedaan tegen de mannen die het grondgebied hadden bezet. Zelf in die periode is er niets gebeurd, waardoor de Guyanezen gewoon vrij spel hadden.” De bestuurskundige merkt op dat er nu sprake is van een soort diplomatieke vriendelijkheid. “We gaan naar Guyana om vriendschappen te sluiten en Guyana doet dat ook, maar de dingen die wij moeten bespreken, zoals het grensconflict en de kwestie van Tigri die men nu Jaguar noemt, komt niet aan de orde.”
“We zijn al jaren bezig en in die tussentijd gaat Guyana door met de bezetting, want in feite zegt het Verdrag van Chaguaramas dat de zaak moet worden gedemilitariseerd. Er mogen geen militairen daar op het grondgebied komen”, laat de bestuurskundige optekenen. Er mogen volgens hem ook geen andere activiteiten plaatsvinden in het gebied. De bestuurskundige concludeert dat de Guyanezen het verdrag naast zich neergelegd hebben. Dit is volgens Boldeijwn reden genoeg om naar het Internationaal Gerechtshof te stappen.