Terwijl werkers op het Onafhankelijkheidsplein bezig zijn met het voorbereiden van het Keti-Koti feest voor 1 juli, is een werkgroep in de Toren van Financiën bezig de schade die dieven hebben aangericht te inventariseren.
Al bij binnenkomst van het gebouw kom je een complete ravage tegen. Gebroken lampen, bekabeling uit de muren getrokken, gebroken shutters en ramen die wagenwijd openstaan als uitnodiging voor alle ongedierte en dieven.
“Het ziet er triest uit. Er is flink vernield”, zegt Stephen Fokké, directeur van Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname. Philip Dikland, een architect en Vidjai Doerga Misier, directeur Stedenbouwkundige Werken bij het ministerie van Openbare Werken hebben een inventarisatie gemaakt van de schade die criminelen hebben aangericht aan de koepel van de Toren van Financiën.
“Samen met de architect is er een geschatte begroting gemaakt om voor een tijdelijke oplossing te zorgen. Het zal ongeveer SRD 500.000 kosten om reparatiewerkzaamheden te verrichten”, zegt Doerga Misier. Er zal zo gauw als mogelijk actie worden ondernomen zegt hij, maar benadrukt dat het gaat om een tijdelijke oplossing. Het kostenplaatje voor een integrale aanpak voor het gebouw zal veel duurder uitvallen, geld dat zijn ministerie niet heeft momenteel.
Historische overheidspanden aanpakken
Gelukkig bestaat PURP, het Paramaribo Urban Rehabilitation Program van de inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB). Binnen het eerste deel van het PURP-programma zijn al enkele gebouwen gerenoveerd. “We hebben begrepen dat het gebouw van Financiën mogelijk opgenomen zou worden in PURP 2. Dit biedt wat soelaas om historische overheidspanden in onze binnenstad integraal te kunnen aanpakken”, zegt Doerga Misier.
Wat voor Fokke vooral belangrijk was om na te trekken was of het uurwerk van de klok nog staat. Meer dan vier trappen op, kom je te staan in de toren. Fokke was toch nog opgelucht toen hij tenminste een groot deel van het uurwerk zag staan. “We zijn komen kijken of het uurwerk van de klok nog staat. Gelukkig staat die er nog maar ze hebben wel een deel van gesloopt. Het andere deel konden ze niet weghalen, omdat dat wat moeilijker is, maar schade is er zeker”, zegt Fokké. Het uurwerk waarover Fokke praat, zijn de schroeven en onderdelen die de klok laten draaien. Elk heel en half uur kon men vroeger horen aan de bel hoe laat het precies is in ons land.
Het bezoek van de werkgroep is naar aanleiding van berichten die in de media zijn verschenen dat dieven het gebouw zijn binnengetreden en het antieke koper aan de koepel van de toren hebben gesloopt. Ook het koperwerk aan de balustrade is gedeeltelijk vernield en gestolen.
Dit is sinds het afgelopen weekend bekendgemaakt, echter is er tot nu toe geen beveiliging geregeld. “We hebben tot nu toe geen beveiliging gezien”, zegt Fokké. Het pand is omringd door verschillende overheidsgebouwen waaronder het Hof van Justitie, Ministerie van Justitie en Politie en het instituut van de First Lady. “Je vraagt je af hoe dit had kunnen gebeuren, want er zijn ook camera’s te zien aan de gebouwen”, zegt Fokké.
Het pand staat al enige tijd onder beheer van het kabinet van de president. Sinds 2019 staat het leeg, Gillmore Hoefdraad was de laatste minister van Financiën die was gehuisvest in het gebouw. Financiën is toen verhuisd naar de Gompertstraat, waar het nog steeds staat.
Leegstaande panden van de overheid
Om te voorkomen dat er nog eens inbrekers komen in het gebouw om nog meer schade aan te richten, zal de directeur van Stedenbouwkundige Werken bij ministerie Openbare Werken contact opnemen met de beheerder van het pand om voor de nodige beveiliging te zorgen. “Want meer schade willen we niet en het moet niet nog eens gebeuren.”
Leegstaande panden, vooral die van de overheid, zijn een grote uitdaging voor het ministerie van Openbare Werken. Vaak genoeg beschikken de panden niet over beveiliging met alle gevolgen van dien. Onlangs zijn er 2 historische panden afgebrand aan de Heerenstraat.
Omwonenden van de straat hadden toen aangegeven dat een zwerver vermoedelijk de veroorzaker van de brand is. In het pand van de Toren van Financiën heeft Fokke ook enkele sporen van brand gevonden. Papier materiaal is duidelijk in de fik gestoken. “Het kan dus ook erger worden dan het al is”, zegt Fokké.
Het controleren en aanpakken van de junks die gebouwen en monumenten aan het slopen zijn voor het koper en ander ijzerwerk, is een zorgpunt voor de SGES.
Aluminium, brons en koper
Volgens Fokke moet er liever een verbod komen op export van koper en brons. “De opkopers creëren de vraag. Als je een verbod oplegt, ga je die vraag weg halen. Ook regelgeving voor de bedrijven die deze zaken opkopen moeten een transparante administratie kunnen laten zien, met hoeveel aluminium, brons ze opkopen per week en geëxporteerd wordt”, zegt Fokké.
De architectuur van dit pand is toonaangevend geweest voor de latere bakstenen gebouwen in de directe omgeving
De politie heeft in een eerder bericht op Key News een oproep gedaan aan de opkopers om geen gestolen goederen te kopen. Echter is Fokke van mening dat er geen navraag wordt gedaan door de opkopers van waar de mensen de spullen halen. Om erger te voorkomen doet Fokké een beroep op de verantwoordelijke instanties om zo gauw als mogelijk beveiliging te regelen voor het gebouw, anders vreest hij dat er nog meer schade verricht kan worden.
Aangerichte schade
“De renovatie van het pand in zijn geheel is met de schade veel duurder. Het gebouw is als voorstel geplaatst binnen het PURP-2 project. Het besluit als het wordt opgenomen voor renovatie moet nog gebeuren. Het is de bedoeling dat na de restauratie van het pand ook het uurwerk wordt gemaakt”, zegt Fokké. Eerder waren er experts gekomen on de verschillende klokken in de historische binnenstad te inventariseren, ook het klokwerk van de Toren was toen bekeken. Maar met de aangerichte schade moeten er opnieuw mensen komen.
Het gebouw van Financiën is een monumentaal pand uit de eerste helft van de negentiende eeuw en is ontworpen door de Surinaamse architect Johan August Voigt. Tijdens de grote brand in 1832 zijn veel houten overheidsgebouwen in vlammen opgegaan waardoor er een grote behoefte kwam aan kantoorgebouwen voor de overheid.
Greek-revival’ stijl
Zo heeft de overheid toen het huis van Susanne du Plessis gekocht om te voorzien in deze nood. Op het vrije zijerf is toen een overheidsgebouw opgezet dat werd gebouwd in de periode 1836-1841 in de zogenaamde ‘Greek-revival’ stijl. In amerika heerste een fantastische sfeer van optimisme en expansie en geloof in de toekomst, en de nieuwe architectuur was er een van grote gebaren. Ongetwijfeld een stijl die de jonge Voigt aansprak. De bekendste stijlkenmerken waren de zware kolonnades met griekse frontons, en de hoge dominerende trappartijen.
Voigt was uitstekend op de hoogte van de moderne Amerikaanse stijl; volgens Oudschans-Dentz heeft hij na zijn opleiding in Europa een uitgebreide studiereis door Amerika gemaakt en daar de nieuwe Amerikaanse stijl met eigen ogen gezien. Bovendien was er in die tijd een wijd verbreid architectuurboek over de nieuwe stijl van de hand vande Amerikaan Minard Lafever. In dit boek, de “young builders general instructor” worden de stijlprincipes met vele voorbeelden beschreven. Voigt was ongetwijfeld in het bezit van dit boek.
Voigt had het het gebouw oorspronkelijk ontworpen met een klein torentje. Maar de toenmalige gouvernementsvrouw wilde een dominantere toren, gezien de locatie van het gebouw aan het Onafhankelijkheidsplein (toen nog Gouvernementsplein of Oranjeplein geheten).
Voigt paste het ontwerp hierop aan, maar niet de constructie. Doordat de grote houten toren alleen steunt op een aantal dakbalken, leidde dit tot de nodige verzakkingen. Pas in de late 20e eeuw werd hiervoor een ontlastingsconstructie voor de nieuw aangebrachte fundering gerealiseerd.
De eerste steen werd op 25 juni 1836 gelegd door gouverneur Van Heekeren. Niet snel na de voltooiing in 1841 kreeg het pand de naam Gebouw van Financiën en werden er onder meer de kantoren van Financiën, van de ontvanger, van de gezworen klerken en van het College van Kleine Zaken gevestigd. In 1966 werd het gebouw in zijn geheel in gebruik genomen als ministerie van Financiën. In 1967 werd het gebouw gerestaureerd en aangepast aan die tijd door architectenbureau Van Oerle en Schrama. De ramen met roedeverdeling zijn gereconstrueerd. De architectuur van dit pand is toonaangevend geweest voor de latere bakstenen gebouwen in de directe omgeving.