De nationale jongens U-15 voetbalselectie staat te popelen om de strijd voor het Concacaf kampioenschap aan te gaan. Het nationaal team opent haar deelname aan het continentaal toernooi op zondag 6 augustus tegen Martinique in Willemstad, Curaçao.
Nicaragua (7 augustus) en Grenada (8 augustus) zijn de overige groepstegenstanders. De jongens weten wat erop staat en hebben vanaf mei keihard getraind om deze deelname tot een succesverhaal te maken. Het uur van de waarheid staat nu voor de boeg.
“Het zal heel spannend worden”, zegt aanvoerder Adenti Taylor desgevraagd tegenover Keynews. “Wij hebben ons best gedaan de afgelopen drie maanden en ik denk wel dat het goed zal gaan.” Taylor houdt ook rekening met de tegenstanders (Martinique, Nicaragua en Grenada). “Ik denk dat het heel moeilijk wordt, maar wij gaan ervoor en moeten gewoon doorzetten.”
Volgens de vijftienjarige spits van Puwanani is er veel getraind op inspelen van de bal, afronding en aansluiting. Hij is echter nog niet geheel tevreden met het laatste. “De aansluiting moet iets beter.”
“Wij als aanvoerders gaan ervoor zorgen dat het team de volgende ronde haalt”, aldus een zelfverzekerde sub-aanvoerder Keonte Ardi. De vijftienjarige middenvelder van Oase denkt dat het coachen van elkaar en de communicatie heel belangrijk zullen zijn om een goed resultaat neer te zetten. “Wij kunnen ze pakken.”
Donderdag hebben de jongens hun laatste training afgewerkt, waarna de selectie intern gaat. Hierna is het de bedoeling dat zij goed uitrusten “en zich mentaal gaan voorbereiden”, aldus hoofdcoach Orfeo Brondenstein. Volgens de oefenmeester is ook gewezen op het belang van goede voeding. Naar verluidt hebben de fitnesstrainer en fysiotherapeut daarbij enige adviezen gegeven.
Brondenstein is positief over de kansen van Suriname. Hij wil weliswaar niet te veel druk op de jongens zetten. “Ik zet de ladder niet te hoog, maar de jongens kunnen er wat van. Ik twijfel niet aan hen.” Volgens de hoofdcoach hebben de geselecteerden tijdens oefenwedstrijden tegen oudere leeftijdsgenoten laten zien wat zij in staat zijn. “Als ik kijk naar de resultaten die wij hebben geboekt denk ik wel dat de volgende ronde haalbaar is.”
De kracht van dit team zit volgens Brondenstein in de aanval. Naar zeggen van de coach heeft hij beschikking over twee scorende spitsen die voor de doelpunten moeten zorgen.
Van de drie groepstegenstanders heeft de technische staf slechts van Martinique en Grenada beeldmateriaal kunnen analyseren. Het valt Brondenstein op dat de tegenstanders fysiek minder sterk zijn. Er is daarom tijd en energie gestopt in kracht, conditie- en coördinatie trainingen. Verder is ook aandacht besteed aan balsnelheid. De coachingstaf heeft graag dat het leder gedurende de wedstrijd snel verplaatst wordt. Alle spelers zijn fit en klaar voor de strijd. De jongens weten wat erop staat, aangezien slechts de nummers 1 en 2 zich voor de volgende ronde plaatsen.
Brondenstein gelooft dat als de coaches in de gelegenheid worden gesteld om door met deze groep te trainen dat de jongens zich “super” zullen ontwikkelen. Hij is in ieder geval met de nieuwe ontwikkeling, waarbij een jeugdselectie voor de eerste maal beschikt over een fitnesstrainer. “Ik denk dat door zijn bijdrage de jongens ook anders zijn gaan denken en spelen.”
De oefenmeester verwijst naar het zware speelschema, waarbij de jongens drie opeenvolgende dagen in actie moeten komen. Gedurende de voorbereidingen is deze situatie zoveel als mogelijk nagebootst door het spelen van oefenwedstrijden twee en drie dagen na elkaar. “Dat is aardig gelukt”, zegt Brondenstein. Vervolgens werden de jongens geholpen door de fitnesstrainer met de revalidatie middels het welbekende ijsbad. Brondenstein meent dat indien de spelers de instructies van de technische staf opvolgen een goed eindresultaat erin zit.