Voormalig kabinetsdirecteur en ex-minister van Justitie en Politie Eugene van der San stelt dat er jarenlang weinig aandacht was voor drie veroordeelden in de 8 December-zaak. In gesprek met D-TV Express zei hij het besluit om geen gratie te verlenen te begrijpen, omdat er formeel geen verzoek is ingediend.
Van der San heeft kritiek geuit op personen die zich nu inzetten voor drie van de veroordeelden in de 8 December-zaak: Ernst Gefferie, Benny Brondenstein en Stephanus Dendoe. “Allaman e bari now, maar no wan sma ben luku den man skin”, aldus Van der San, die stelt dat er eerder nauwelijks naar met name Gefferie en Brondenstein werd omgekeken.
Volgens Van der San bezochten de mannen hem in de periode dat hij kabinetsdirecteur was regelmatig om te klagen over hun situatie en om informatie in te winnen over het eerste vonnis van de Krijgsraad. “Ze zaten soms in de Palmentuin, de dag doorbrengen, enz. En dan den ben koiri kon na kabinet”, zei hij.
Van der San verklaarde verder dat hij hen destijds financieel ondersteunde met bedragen tussen SRD 300 en SRD 500 uit een sociale kas van het Kabinet van de President, en wanneer dat niet mogelijk was, ook uit eigen middelen. “Die mannen zijn daar in Santo Boma. Als ze horen wat ik zeg, kunnen ze niet zeggen dat het niet waar is”, benadrukte hij.
Gratievraag zonder formeel verzoek
De bestuurskundige kan zich vinden in het besluit van president Jennifer Simons om geen gratie te verlenen aan de vier veroordeelden, omdat er formeel geen gratieverzoek is ingediend. “Hierdoor is er geen gratieverzoek,” stelde hij. Volgens Van der San had een gratieproces juist kort na het eerste vonnis van de Krijgsraad in 2019 moeten worden ingezet.
“Niet in verzet gaan” en conceptverzoek
Van der San zegt de mannen destijds te hebben voorgehouden dat zij, anders dan Desi Bouterse, niet in verzet moesten gaan tegen het vonnis. Hij stelt op basis van de wet een concept-gratieverzoek te hebben opgesteld, met toestemming van de betrokkenen. “Ik heb het aan de president voorgelegd en hem gezegd dat hij in de positie is om gratie te verlenen. En zolang hij die gratie niet zou verlenen, al zou hij het twee jaar bij zich houden, mochten deze jongens niet worden opgepakt”, aldus Van der San.
Advocatenroute niet gevolgd
Volgens Van der San is aan Bouterse voorgehouden dat de advocaat het gratieverzoek binnen acht dagen bij het Hof van Justitie moest indienen. “Dat is om tactische redenen niet gebeurd”, zegt hij. “Bouterse was het er helemaal mee eens en hij begreep het. Maar ik kreeg een telefoontje dat er nog niets is ingediend. Mij is gezegd dat dit niet moest, omdat het anders erkennen is dat hij die feiten heeft gepleegd. Maar er staat nergens dat als je dat aanvraagt, je schuld bekent”, aldus Van der San. Uiteindelijk werd in plaats daarvan verzet aangetekend tegen het vonnis.