Het parlement heeft donderdag de ontwerpwet aangenomen die regels stelt voor het beëindigen van het lidmaatschap van volksvertegenwoordigende organen.
Deze zogenoemde Terugroepwet heeft felle discussies losgemaakt, waarbij de verhouding tussen partijbelang en algemeen belang centraal staat. Rechtsgeleerde en voormalig voorzitter van het Onafhankelijk Kiesbureau, Jennifer van Dijk-Silos, stelt dat de nieuwe wet in strijd is met de democratie. Volgens haar verzwakken politieke partijen hiermee het democratisch bestel.
“Parlementariërs worden gekozen door het volk en zijn geen eigendom van een politieke partij”, zegt Silos. Ze waarschuwt dat partijen nu druk kunnen uitoefenen op volksvertegenwoordigers om partijbelangen te laten prevaleren boven het landsbelang. “Als de zienswijze afwijkt, kan het lid geroyeerd worden”, aldus Silos. Voorstanders van de initiatiefwet benadrukken dat Suriname een partijsysteem hanteert, waarbij partijen kandidaten voordragen.
Met de nieuwe wet kunnen volksvertegenwoordigers die na hun verkiezing overstappen naar een andere partij of een eigen fractie vormen, worden teruggeroepen. In het verleden bleek dit niet mogelijk, waardoor overgelopen politici hun zetel konden behouden. Kandidaten die zich nu verkiesbaar stellen, zijn vooraf op de hoogte van de gevolgen als ze ingaan tegen de partijbelangen.
Assembleelid Melvin Bouva stelde dat zijn fractie deze wet niet kan steunen. Volgens hem is de Terugroepwet ondemocratisch en draait het puur om machtsbehoud. “De stem van het volk wordt totaal genegeerd”, betoogde hij. Bouva waarschuwde dat de wet het democratische karakter van De Nationale Assemblee ondermijnt, juist in het licht van de eed die parlementariërs afleggen.
NDP-fractieleider Rabin Parmessar sloot zich hierbij aan en benadrukte dat volksvertegenwoordigers de vrijheid moeten hebben om naar eigen inzicht standpunten in te nemen. Hij wees erop dat politieke partijen na de verkiezingen kunnen afwijken van hun beloften en verkiezingsprogramma, wat bij leden tot gewetensconflicten kan leiden. “Volgens deze wet kunnen zij dan als oproerkraaiers worden bestempeld en door het partijbestuur worden geroyeerd.”
Initiatiefnemers Asis Gajadien en Niesha Jhakry (beiden VHP) verdedigden de wet fel. Zij stelden dat volksvertegenwoordigers niet langer met een zetel kunnen weglopen die aan de partij toebehoort. “Zetels worden verhandeld uit eigenbelang”, voerden zij aan. Daarom moet de partij volgens hen het mandaat hebben om een dissidente volksvertegenwoordiger terug te roepen.