‘Ik hoorde mijn vrouw schreeuwen. Ik rende het erf op en ging snel naar binnen. De dame was bezig mijn vrouw te mishandelen. Mijn vrouw lag onder een tafel weggedoken, en ze trapte en schopte haar. Ik greep naar een kapmes dat vlak bij op een tafel lag, en daarmee kapte ik haar op het hoofd,’ aldus A.D., die zijn zaak voor de rechter zelf moet bepleiten.
De jongeman wordt aangeklaagd voor poging tot moord, poging tot doodslag en zware mishandeling. Hij kan geen advocaat betalen en vanwege een protest binnen de advocatuur kan hij geen gesubsidieerde rechtsbijstand krijgen.
A.D. verwondde op 8 april van dit jaar tijdens een schermutseling in Wanica, de vrouw van een oom met een kapmes. Het slachtoffer werd tweemaal op het hoofd geraakt. De beklaagde verklaarde vorige week tijdens de zitting dat hij nooit de bedoeling had om haar te doden, zoals vermeld in de dagvaarding. Hij vroeg naar de mogelijkheid om de zaak op te lossen door het slachtoffer te vergoeden, maar de rechter gaf aan dat met een eventuele vergoeding de strafzaak niet is afgedaan.
Het slachtoffer heeft als getuige op de zitting haar verhaal gedaan. Ze vertelde dat ze bij thuiskomst een grote groep mensen op het erf zag, die bijeen waren gekomen bij een woning achter op het erf. Zij en haar man wonen in het huis aan de voorkant van het erf van zijn grootmoeder. Familieleden van de man maken gebruik van de woning achterin.
Op de bewuste dag was het erg druk en gebruikten sommige mensen sterke drank. Ze vroeg de latere verdachte om de locatie te verlaten. Toen hij weigerde te vertrekken, belde ze haar man om met de mensen te communiceren. Dit leidde tot een heftige ruzie tussen het slachtoffer en de familieleden van de man.
De verdachte vertelde dat hij ter plaatse was om zijn moeder, die onlangs uit het binnenland was gekomen, op te zoeken. Zijn moeder verbleef in het huis achter op het erf. Ze hadden elkaar al drie jaar niet gezien. Toen de spanning dreigde te escaleren, maakte hij zich klaar om te vertrekken. Echter, toen hij bij de poort was, hoorde hij zijn vrouw schreeuwen om hulp. Hij rende terug en vond de vrouw van zijn oom in een ander huis. Volgens de verdachte was zijn vrouw in een hulpeloze situatie. Ze lag schreeuwend op een tafel, terwijl de vrouw haar aanviel. De verdachte beweert dat hij niet actief op zoek is gegaan naar het kapmes, zoals de aanklager suggereerde, maar dat het toevallig op een tafel lag vlak bij waar hij stond.
De Officier van Justitie (OvJ) verwijt hem echter dat hij niet heeft geprobeerd tussen beide te komen of de vrouw weg te trekken, maar in plaats daarvan meteen het kapmes heeft gebruikt en haar op het hoofd heeft aangevallen. Het slachtoffer heeft een week in het ziekenhuis gelegen.
Uit het relaas van het slachtoffer blijkt dat er al geruime tijd een aanhoudende ruzie is tussen haar en haar man aan de ene kant, en andere familieleden van de man aan de andere kant. De ruzie draait om wie wel of niet recht heeft om op het perceel te wonen.
De aanklager heeft een strafeis voorgesteld van 2 jaar gevangenisstraf, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd in voorarrest. Deze strafeis is gekoppeld aan een proeftijd van 2 jaar. De rechter heeft de behandeling van de zaak uitgesteld tot 1 december aanstaande.