Een man, M.B., die beschuldigd wordt van de verkrachting van een 16-jarig meisje, ontkent de aanklacht en stelt dat dit onmogelijk zou zijn gezien zijn vermeende impotentie.
Tijdens de rechtszitting verklaarde de verdachte dat zijn gezondheid hem sinds februari niet in staat stelt tot hetgeen waarvan hij wordt beschuldigd. Zijn ex-vrouw betwist echter zijn claim en gaf aan dat hij vitaal is en om andere redenen haar relatie met hem heeft beëindigd. De verkrachting zou in maart hebben plaatsgevonden.
Het Openbaar Ministerie eiste een celstraf van acht maanden, verwijzend naar DNA-sporen die op het ondergoed van het slachtoffer zijn aangetroffen en de verklaringen van zijn ex-vrouw. Volgens het OM is er geen medisch bewijs dat de impotentie van de verdachte bevestigt. Een uroloog stelde in een rapport dat er geen definitieve uitspraak kan worden gedaan over zijn fysieke gesteldheid. M.B. lijdt aan een lage rughernia en kwam steunend op een kruk de rechtszaal binnen.
De aanklacht stelt dat M.B. het slachtoffer via appcontact naar zijn huis zou hebben gelokt onder het voorwendsel van betaald huishoudelijk werk. De verdachte ontkende deze versie van de gebeurtenissen en verklaarde dat zijn intenties onschuldig waren. Hij voegde toe dat het slachtoffer bij thuiskomst een andere versie van het incident aan haar ouders vertelde, maar gaf geen verklaring voor de aanwezigheid van zijn DNA-sporen.
De beklaagde en het slachtoffer waren in contact gekomen nadat hij haar hulp had aangeboden toen het meisje zich over straat bevond, maar zich niet goed voelde. Ze wisselden daarna nummers uit en er ontstond regelmatig contact via whatsapp.
Hij zou haar op de bewuste dag naar zijn huis hebben gelokt onder het mom dat ze hem tegen betaling mocht helpen met huishoudelijk werk. Ze kwam na school met een taxi die door hem werd betaald. Volgens de verklaringen van het meisje heeft M.B. toen aangeboden om haar schooluniform uit te trekken en in plaats daarvan een shirt van hem aan te doen.
Hoewel ze in eerste instantie had geweigerd, stemde ze in nadat de man iets had laten zien dat leek op een vuistvuurwapen en hij gedreigd had haar te doden als ze niet deed wat hij vroeg. Ze vertelde in details aan de politie hoe de man haar had genaderd toen ze ramen aan het schoonmaken was en hoe hij haar had gedwongen hem ‘aan te raken’ en vervolgens op een bed had getrokken.
Hij had vooraf de ramen en deuren op slot gedaan en hij had de muziek heel luid aangezet. Tijdens de daad had hij een kussen op haar gezicht gedrukt, zei ze. Hoewel ze tegenstribbelde was ze niet opgewassen tegen de man. Ze vertelde ook dat hij haar na afloop stuurde om te gaan baden en zich af te drogen met een roze handdoek die hij haar gaf. Hij zou haar een mooie baan en steun aan haar ouders hebben beloofd.
De rechter heeft de verdediging tot begin december de tijd gegeven om een pleidooi voor te bereiden.