De verdachte Leandro G, die verdacht wordt samen en in vereniging met Sergio alias Taliban en een andere onbekende persoon een halsketting behorende aan K H te hebben geroofd. De verdachte heeft zich vandaag tegen het besluit van kantonrechter Duncan Nanhoe verzet en protesteerde tegen de opdracht van de politie om de rechtszaal te verlaten.
De verdachte bood weerstand tegen de deurwaarder en de politieagenten, hopende een positief antwoord van de rechter te krijgen om vandaag naar huis te gaan. Naar zijn zeggen is hij onschuldig en is hij sinds april dit jaar zomaar in detentie. De kantonrechter herinnerde de verdachte eraan dat hij geen first offender is. De verdachte zei dat hij jaren geleden in verzekering was gesteld, maar dat hij niet meer dezelfde persoon is . “Ala suma e kenki meester en mi no doe a sani, na zomaar den man e hori mi. Mi na a enige kostwinnaar fu a famiri en mi musu sorgu mi ma nanga mi pekin”, aldus de verdachte.
Hij bekende aanwezig te zijn geweest op de plaats delict, maar ontkent enige betrokkenheid te hebben in het strafbare feit dat op die dag gepleegd is. Zijn raadsvrouwe Maureen Nibte pleitte voor zijn voorlopige invrijheidstelling, aangezien de digitale recherche vandaag de beelden niet heeft kunnen tonen dat haar cliënt schuldig is aan de tenlastelegging. Ze deed de rechter het verzoek, gezien er sprake is van miscommunicatie van de recherche en het Openbaar Ministerie. Ze gaf aan dat er geen sprake is van een overmachtsituatie.
De officier van justitie vroeg de rechter niet mee te gaan met het verzoek van de verdediging, gezien de ernst van het feit en dat de verdachte geen first offender is. Zij bekende weliswaar dat er sprake is geweest van miscommunicatie tussen de digitale recherche en het OM, maar dat wil niet zeggen dat de verdachte recht heeft op voorlopige invrijheidstelling, omdat het onderzoek nog niet in vergevorderd stadium is. De recherche heeft de beelden wel, maar heeft zich vergist met een andere zaak, vandaar dat de beelden niet getoond konden worden.
De verdachte zei aan de rechter dat hij de ovj heeft gehoord, maar dat hij dringend de voorlopige invrijheidstelling nodig heeft, omdat zijn moeder en zijn gezin afhankelijk zijn van zijn inkomsten. “Meester, ik ben een Surinamer en ik heb nergens te gaan, als u mij naar huis stuurt, zal ik ervoor zorgen dat ik op uw eerstvolgende oproep aanwezig zal zijn. Mag ik alstublieft naar huis, Ik heb echt niets gedaan en mijn zoon lijdt eronder. Hij is echt mager geworden meester. Mag ik naar huis?” vroeg de verdachte.
De rechter gaf aan dat hij ook behoefte heeft aan de camerabeelden en dat de zaak uitgesteld wordt tot 11 januari voor verder onderzoek en dat de verdachte nog steeds in detentie blijft.