De strafrechter heeft woensdag de 31-jarige Roche K. schuldig bevonden aan gekwalificeerde verduistering. Hij werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van één jaar, waarvan acht maanden voorwaardelijk. Daarnaast moet hij via tussenkomst van de staat meer dan € 8.000, US$ 234 en SRD 900 terugbetalen aan de benadeelden.
Roche K. gaf tijdens de behandeling van zijn zaak toe dat hij donatiegelden voor eigen gewin had gebruikt. Hij verklaarde dat zijn stichting, samen met een partnerorganisatie, betrokken was bij een uitwisselingsprogramma. In dat kader werden, op verzoek, verschillende donaties gedaan. Het geld was bedoeld om een deel van de reis- en verblijfskosten te dekken van een groep van bijna twintig personen die naar Nederland zou afreizen.
Toen K. het geld eenmaal in handen had, kwam hij de afspraken niet na. Slechts een voorschot op de ticketprijzen bij een reisbureau en reisverzekeringen waren betaald. Op de dag van vertrek liet hij de deelnemers weten dat de reis was geannuleerd vanwege vluchtvertragingen. Achteraf bleek echter dat hij de tickets nooit in handen heeft gehad. Onderzoek heeft uitgewezen dat hij uit dat geld onder meer een laptop en een wasautomaat voor zichzelf had aangeschaft. De verdachte bekende dat op de zitting. “De rest van het geld heb ik besteed aan niet-materiële zaken, waaronder het aflossen van schulden. Ik verkeerde in die periode in financiële nood. Ik weet dat ik fout ben geweest en het spijt me. Ik heb mijn omgeving een verkeerd beeld gegeven van wie ik werkelijk ben,” verklaarde de verdachte tegenover de rechter.
Toen de benadeelden hem destijds doorhadden, gaf K. aan bereid te zijn het geld terug te betalen. Omdat hij het volledige bedrag niet in één keer kon opbrengen, kwam er echter geen betalingsregeling tot stand. K. verklaarde tegenover de rechter dat hij in staat zou zijn om maandelijks ten minste € 250 af te lossen, mits hij weer op vrije voeten kwam en werk vond.
De officier van justitie was echter niet onder de indruk van zijn betalingsbereidheid. Volgens de aanklager verliepen er maanden tussen de aangifte en de uiteindelijke aanhouding van de verdachte, zonder dat er ook maar iets werd terugbetaald. Volgens K.’s advocaat, mr. Kris Bhoendie, lag dat niet aan onwil: er was wel degelijk contact gezocht met de schuldeisers om een betalingsregeling te treffen, maar die stonden niet open voor aflossing in termijnen. Ze zouden het volledig bedrag in een keer willen, maar daartoe was de verdachte niet in staat. Inmiddels zit K. al zo’n vier maanden vast en is hij zijn baan kwijtgeraakt.
De officier van justitie eiste een celstraf van één jaar, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Tevens vroeg zij de rechter om K. te veroordelen tot terugbetaling van het verduisterde bedrag.
In zijn laatste woord betuigde K. opnieuw spijt en bood zijn excuses aan aan de benadeelden. Hij sloot zich aan bij het verzoek van zijn advocaat om hem diezelfde dag nog in vrijheid te stellen, zodat hij zo spoedig mogelijk weer aan het werk kon en de schade kon gaan vergoeden. De rechter merkte in zijn vonnis op dat K. het vertrouwen van de mensen in hem, als voorzitter van de stichting, ernstig had geschonden. De aangevoerde motieven konden het strafbare feit niet rechtvaardigen, aldus de rechter. K. werd uiteindelijk veroordeeld tot één jaar cel, waarvan acht maanden voorwaardelijk. Daardoor komt hij binnenkort vrij. Hij moet de verschuldigde bedragen binnen acht maanden na zijn vrijlating volledig hebben terugbetaald. Lukt dat niet, dan volgt alsnog een hechtenis van één jaar. Ook daarna moet hij terugbetalen.