Op de Internationale Dag van de Mensenrechten heeft de Vereniging van Saamaka Gemeenschappen (VSG) haar bezorgdheid geuit over de voortdurende schending van mensenrechten in Suriname. In een sterk perscommuniqué hekelt de organisatie het falen van de staat Suriname om de collectieve grondenrechten van Inheemse en tribale volkeren wettelijk te erkennen, ondanks meerdere veroordelingen door nationale en internationale instanties.
De VSG wijst erop dat Suriname is veroordeeld door het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens (IACHR) in zaken zoals het Saamaka-vonnis en het Kalina en Lokono-vonnis. Deze uitspraken verplichten de staat concessies in het leefgebied van Inheemse volkeren alleen te verlenen na instemming via het Free, Prior and Informed Consent (FPIC)-principe. Desondanks blijft de overheid concessies uitgeven aan multinationals zonder enige vorm van consultatie of compensatie, aldus de VSG.
Suriname profileert zich internationaal graag als een land met 93% bosbedekking en een van de groenste landen ter wereld. Echter, volgens de VSG worden de gemeenschappen die deze bossen in stand houden niet betrokken bij de toekenning van carbon credits, noch profiteren zij van de opbrengsten.
Daarnaast blijft de staat weigeren om de ILO-Conventie nr. 169 te ratificeren, een internationaal verdrag dat rechten voor Inheemse en tribale gemeenschappen erkent en hen controle geeft over de economische ontwikkeling van hun woon- en leefgebieden.
De VSG wijst ook op de achtergestelde onderwijsvoorzieningen in het binnenland, waar kinderen vaak maandenlang geen toegang hebben tot onderwijs vanwege gebrekkige infrastructuur en gebrek aan leerkrachten. Deze situatie wordt door de vereniging aangemerkt als een grove mensenrechtenschending.
Op deze Internationale Dag van de Mensenrechten doet de VSG een dringende oproep aan de Surinaamse samenleving om de strijd voor de erkenning van de collectieve grondenrechten te steunen. “Dit is geen etnische, maar een nationale zaak die elke Surinamer aangaat,” aldus de organisatie.
De vereniging besluit haar boodschap met een herinnering aan de woorden van Dr. Martin Luther King Jr.: “Een recht dat wordt uitgesteld, is een recht dat wordt ontzegd.”