Ter gelegenheid van de Dag der Inheemsen op 9 augustus vraagt de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS) opnieuw aandacht voor de erkenning van de collectieve grondenrechten van inheemse volken.
De Dag der Inheemsen, uitgeroepen door de Verenigde Naties en sinds 2006 een nationale feestdag in Suriname, wordt in het teken gesteld van bezinning en bewustwording. In plaats van een traditionele viering benadrukt de inheemse gemeenschap het belang van structurele erkenning van hun rechten. Kapitein Selowin Alamijawari, ondervoorzitter van de VIDS en dorpshoofd van Langamankondre (Galibi, Marowijne), stelt dat deze dag bijzonder is voor inheemse volken, maar ook confronterend vanwege het uitblijven van wettelijke erkenning.
“Wij zijn de oorspronkelijke bewoners van dit land. Onze strijd om grondenrechten duurt al decennia. Nog altijd ontbreekt wetgeving die onze collectieve rechten beschermt,” aldus Alamijawari. Hij wijst op het belang van een open dialoog met de nieuwe regering. “Onze voorouderlijke gronden vormen de kern van onze identiteit en overleving. We hopen dat deze regering wél het verschil maakt.”
Centrale viering en oproep tot dialoog
De centrale viering vindt dit jaar plaats in de Palmentuin te Paramaribo, waar onder meer een lezing van de VIDS wordt gehouden over de rechten en positie van inheemse volken. Ook worden er activiteiten georganiseerd in verschillende dorpen in het binnenland. De VIDS pleit tijdens deze dag nadrukkelijk voor dialoog, wederzijds respect en gelijkwaardig partnerschap met de overheid.
“De focus ligt niet op feest, maar op reflectie,” zegt Alamijawari. “Het is belangrijk dat wij als gemeenschap ons blijven uitspreken, maar ook dat de overheid luistert en handelt. Erkenning van onze rechten mag niet langer uitblijven.”
Cultuur en jeugd centraal
Naast grondenrechten wijst de VIDS ook op het belang van cultuurbehoud en jeugdontwikkeling. “Onze jongeren moeten worden versterkt in hun leiderschapskwaliteiten en trots zijn op hun erfgoed,” aldus Alamijawari. Zelf spreekt hij de Kalina-taal en hoopt hij dat ook jongeren hun taal en cultuur levend houden.
“Wij willen geen conflict met de rechtvaardigheid. Erken onze rechten, respecteer onze gronden en werk samen met ons aan een duurzame toekomst voor alle Surinamers,” besluit hij.