De volgende inzaaiperiode van padie begint in november, maar de inzaai is in gevaar. “Er is geen water en de infrastructuur is heel slecht”, zei parlementariër Mahinder Jogi maandag in De Nationale Assemblee.
Hij haalde aan dat de inzaaiperiode de volgende maand begint, maar er worden geen voorbereidingen getroffen door het Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij om de padieboeren te ondersteunen. Jogi zei verder dat de padieboeren geen geld hebben, omdat zij bij mondjesmaat het geld krijgen van hun geleverde padie aan de pelmolenaars.
Hij merkt op dat de regering wel aan de ambtenaren en aan hun gelijkgestelden een koopkrachtversterking kan geven, maar aan de padieboeren, die volksvoedsel nummer 1 produceren, worden niet gefaciliteerd. “Het lijkt alsof de regering deze mensen is vergeten.” Jogi zei verder dan de padieboeren leningen aanvragen bij het NOFA-fonds, maar er worden allerlei barrières opgeworpen. “De regering moet alles doen om onze producenten te ondersteunen.” “Als deze mensen straks besluiten om niet te zaaien, dan wat gaan we eten?”
Voorzitter Harinandan Oemraw van de Surinaamse Padieboeren Associatie (SPBA) zegt dat er inderdaad niets wordt gedaan door het ministerie om de padieboeren te helpen. “De kreken worden niet opgehaald, de wegen worden niet bezand en ook de pompen van de pompgemalen van Wageningen en Wakay zijn nog niet volledig operationeel.” Hij meent dat de minister blijft maar beloven, maar er wordt niets gedaan door de boeren en de sector. “Het wordt heel zwaar voor de padieboeren en ik ben bang dat een paar zullen afhaken.”