President Jennifer Simons heeft vrijdag 28 november 2025 op het Kabinet van de President overleg gevoerd met het Traditioneel Gezag van Inheemse en Tribale Volken.
Tijdens de bijeenkomst is vooral gesproken over de voorbereiding van het aanstaande staatsbezoek van het Nederlandse koningspaar, koning Willem-Alexander en koningin Máxima, en de geplande ontmoeting met vertegenwoordigers van Inheemse en Tribale gemeenschappen.
Daarnaast kwamen ook vraagstukken rond grondenrechten en decentralisatie aan bod. Volgens Edgar Dikan, adviseur grondenrechten en decentralisatie op het kabinet, waren vrijwel alle traditionele gezagsdragers aanwezig, waaronder vertegenwoordigers van alle zes tribale stammen. De Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS) was niet van de partij, maar vertegenwoordigers uit Zuid-Suriname namen wel deel aan het overleg.
Dikan geeft aan dat de bijeenkomst vooral in het teken stond van een zorgvuldige voorbereiding op de koninklijke ontmoeting. “Tijdens dit bezoek zal de Koning tevens een ontmoeting hebben met traditionele leiders van Suriname. De president wilde dit zorgvuldig voorbereiden met de groep,” aldus de adviseur.
Naast de inhoudelijke afstemming rond de koninklijke ontmoeting is ook het team van presidentiële adviseurs voorgesteld aan de aanwezige gezagsdragers. Dit team ondersteunt de president onder meer bij dossiers over grondrechten en decentralisatie. Volgens Dikan zijn tijdens deze bijeenkomst geen concrete besluiten genomen over deze thema’s. “Vandaag was de focus gericht op de korte termijn, aangezien de Koning binnen enkele dagen arriveert,” lichtte hij toe.
Wel is afgesproken dat de gesprekken met de verschillende groepen op korte termijn worden voortgezet. In het vervolgtraject wil het kabinet verder werken aan de lijnen die door de president zijn uitgezet rond grondenrechten en decentralisatie. Volgens Dikan zijn dit cruciale onderwerpen voor gemeenschappen in het binnenland, mede vanwege de praktische samenwerking met districtscommissarissen en de bestuursdienst. Hij benadrukt dat breed draagvlak volgens hem noodzakelijk is om het beleid succesvol te kunnen uitvoeren.














