Er kwam op zondag 27 oktober officieel een einde aan het wielrenjaar 2024. Op programma stond de een afsluitingsrace op het bekende parcours bij het jongensinternaat te Elisabethshof.
De voorzitter van de Surinaamse Wielren Unie (SWU), Earl van Wilgen, zei na afloop van de wedstrijd tegenover Keynews een beetje teleurgesteld te zijn met de opkomst. Hij had voor een slotrace een grote groep wielrenners verwacht. “Veel renners zijn niet gekomen en hebben afgemeld.”
Ondanks de afsluiting niet naar wens verliep, blikt de voorman echter content terug op het wielrenseizoen. “Het jaar 2024 was succesvol. Wij hebben heel veel zaken kunnen realiseren.” De organisatie kreeg onder andere een schenking van de Nederlandse wielervereniging Limburg Cycling. Het betrof een gift bestaande uit schoeisel, kleding en helmen. Verder doneerde de Internationale Wielren Unie (UCI) wielrenfietsen.
Een achttal personen (6 wielrenners en 2 begeleiders) kwam via de SWU bovendien in aanmerking voor een visum bij mogelijke deelname aan wedstrijden in Frans-Guyana. Het reisdocument is voor een jaar geldig. Van Wilgen noemde ook de deelname van Jaïr Tjon En Fa aan de Olympische Spelen en participatie dit weekeind deelname van een 3-tal wielrenners aan de Elite/U-23 Caribische wielrenkampioenschappen in buurland Guyana.
De aanvraag van visum voor 1 jaar was een must, aangezien bij uitnodigingen voor deelname aan wedstrijden in Frans-Guyana het altijd moeizaam ging om visa te verkrijgen. Met deze stap is voornoemde probleem verholpen. Suriname kan voortaan met een volledig team (6 wielrenners) aan wedstrijden in het buurland deelnemen. De keuze voor de groep wielrijders is gedaan op basis van hun kwaliteiten, “omdat zij alleen het niveau hebben om daar (in Frans-Guyana) te rijden”, zegt Van Wilgen. De SWU-preses hoopt ook Kenrick Sahadeo aan de selecte groep toe te voegen. Sahadeo revalideert goed na een hernia-operatie. “Hij is er weer bij, dus zullen wij volgend jaar ook voor hem aanvragen.”
2025
Van Wilgen benadrukt dat het de samenwerking met het bestuur en de wielerverenigingen het komend jaar beter moet. “Men snapt het harde werk niet. Ze willen alleen leuke dingen zien, maar zonder echt mee te helpen”, zegt de SWU-topman kritisch.
Hij heeft als wens dat de wielrensport in Suriname gaat groeien met de aanwinst van meer jonge wielrenners vanaf 14 tot en met 23 jaar. “Dat hebben wij nog niet kunnen realiseren, maar we hopen het wel.”
Om voornoemde streven waar te kunnen maken, is breedte groei van eminent belang. Volgens de Van Wilgen geniet het in 2025 daarom dringende aanpak. Naar zijn zeggen is de aanwas van de huidige groep jongelingen niet wat het wezen moet. Hij ziet graag nieuwe gezichten, die echt geven om de wielrensport. Er zal naar verluidt een zoektocht naar jeugdigen worden opgestart. Het betreft jongeren uit alle lagen van de samenleving, waaronder ook de districten.
Ondanks de kleine bevolkingsdichtheid meent van Wilgen dat Suriname wel in staat moet zijn om genoeg wielrenners op de been te kunnen brengen. Volgens hem zijn er landen die veel minder inwoners hebben en 10 keer zo veel wielrenners hebben. Hij erkent dat zijn organisatie een goed plan van aanpak zal moeten bedenken, “want wielrennen is in Suriname niet meer populair.” Ook geeft de bestuurder toe dat de wielersport vrij duur is.
Het bestuur zal zich in de off-season voorbereiden op het komende wielerjaar. Behalve voornoemde doelstellingen zijn er ook andere punten die de organisatie in het nieuw jaar wil verwezenlijken. Het betreft onder andere deelname aan regionale wedstrijden zoals de Junior Panam Spelen volgend jaar juli in Asunción, Paraguay. Verder participatie aan de Caribische Spelen in Nassau, Bahamas (18 februari – 7 maart) en Caribische wielerkampioenschappen. En natuurlijk deelname van onze top baanwielrenners (Jaïr Tjon En Fa en Tachana Dalger) aan grote internationale wedstrijden. Mogelijk zal ook Xavi Wadilie, die momenteel zich als baanwielrenner ontwikkeld, Suriname internationaal vertegenwoordigen.
Terwijl van Wilgen bovengenoemde doelstellingen opnoemt, twijfelt hij zelf echter als hij verder moet als voorzitter van de wielerorganisatie. “Ik moet zelf even goed nadenken als ik de rol van voorzitter wil blijven doen. A hebi!!” Naar zeggen van de bestuurder worstelt hij reeds lang met deze gedachte. “Iedereen denkt het beter te weten, maar resultaat bewijst het tegendeel. Er is momenteel te weinig beschikbare kennis die wil werken”, dient hij critici van repliek. Op de vraag als hij bij zichzelf te rade is gegaan als zijn karakter maakt dat het met hem moeilijk werken is: “nee, want daarmee maak ik me niet druk. Dat is hun probleem. Ik verwacht ook dat mensen me moeilijk zullen vinden.”
De voorman heeft geen pasklaar antwoord op de vraag wat de doorslag zou brengen om uiteindelijk te bedanken. “Ik weet niet. Het kan van alles zijn. Het kan zijn dat ik zeg ‘we gaan door en wij maken het af’. Er zijn bepaalde redenen waarom ik ook niet gewoon kan zeggen ik stop.”