De uitgegeven percelen van het Sabakuproject, zijn een punt van discussie geworden tussen twee ministeries. Zo vindt minister Riad Nurmohamed van Openbare Werken (OW) dat er niet verkaveld mocht worden, omdat OW geen verkavelingsplan/vergunning heeft uitgegeven voor dit project.
Tegelijkertijd vindt minister Dinotha Vorswijk van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB), dat haar collega van OW de wet verkeerd heeft geïnterpreteerd. Nurmohamed vindt dat er eerst een goedkeuring moest zijn van het ministerie van OW, voor de verkaveling.
Alle vergunningsaanvragen voor verkavelingsprojecten zijn kort na de verkiezingen on hold gezet, zodat er ordening kan plaatsvinden. Naast het Sabakuproject zijn er tal van andere projecten, waarbij men is overgegaan tot verkaveling zonder toestemming van OW. Dat levert burgers nu veel problemen op, stelde Nurmohamed eerder.
Voor aanvang van de Raad van Ministers Vergadering verduidelijkte Nurmohamed zijn standpunt. Hij vindt dat er tal van voorbeelden zijn van projecten die nu problemen hebben, omdat die niet bouwrijp zijn gemaakt. Wateroverlast is slechts één van de problemen.
De OW minister zegt dat hij de totale regering op de hoogte heeft gesteld van de werkwijze voor verkaveling. In een brief, verstuurd op 3 juni 2022, heeft hij zijn collega van GBB gewezen op dit vraagstuk.
Vorswijk reageerde op 8 juni 2022 dat zij de toewijzingsbeschikking niet zal intrekken. Er zijn een drietal gronden waarop Vorswijk zich beroept. Zij vindt ten eerste dat zij volgens de juiste wettelijke procedures en -grondslagen heeft gehandeld.
Zo valt het project onder ‘vrij domeingrond’ sinds de overschrijving van de akte van koop, verkoop en levering, in de registers van het Management Instituut GLIS zijn overgeschreven.
Daarnaast zegt Vorswijk dat een door OW goedgekeurd verkavelingsplan niet vereist is, als de verkaveling en uitgifte door de Staat zelf plaatsvindt. Ten derde zijn de opmetingen en verkavelingen van vrij domeingrond toevertrouwd aan de Dienst der Domeinen, in opdracht van GBB, stelt Vorswijk.
Het feit dat de ministers over en weer met elkaar van mening verschillen, is slechts de andere kant van de medaille. Het is de samenleving niet ontgaan dat Vorswijk haar partijgenoten, de parlementariërs Edgar Sampie en Obed Kanapé, rijkelijk gezegend heeft met percelen door de aanvragen in recordtijd van enkele maanden goed te keuren.
Tienduizenden burgers wachten soms tientallen jaren voor een klein stukje grond. In die gevallen zijn achtereenvolgende ministers snel in het bedenken van antwoorden, waarom het niet kan en/of lukt.