De Vereniging van Surinaams Bedrijfsleven (VSB) heeft in een overleg met het ministerie van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken, gesproken over een mogelijke dispensatie op de Wet Arbeidsbescherming Gezin.
Het voorstel tot wijziging van het artikel kan, volgens de reactie van de minister, eventueel in overweging worden genomen bij een evaluatie van de wet. Vooralsnog biedt de genoemde wet, mede vanwege het solidariteitsprincipe (artikel 12 lid 4 Memorie van Toelichting), echter geen mogelijkheid tot het verlenen van dispensatie, meldt de VSB in haar berichtgeving.
Conform het solidariteitsprincipe, dienen alle bedrijven (½% werkgever en ½% werknemer), 1% van de salarissen over te dragen als premie naar het Fonds Voorziening Ouderschapsverlof. De VSB vroeg naar dispensatie voor bedrijven die conform hun CAO al een goede regeling hebben voor hun werknemers. Het onderhoudt dat op 4 april 2023 is gehouden met AWJ is tot stand gekomen na een briefwisseling tussen de VSB en ministerie AWJ.
Naast aanspraak op zwangerschaps- en bevallingsverlof heeft de vrouwelijke werknemer ook aanspraak op onder meer garanties dat het geboren kind de nodige zorg zal krijgen, ook als de moeder daartoe niet in staat is. De VSB geeft aan dat de ervaring haar leert dat de zogenaamde zwangerschapsregeling in de meeste CAO’s slechts nadruk leggen op het zwangerschaps- en bevallingsverlof en eventueel het vaderschapsverlof en niet op de op de overige voorzieningen zoals opgenomen in de artikelen 3 en 4 van de wet. De wet biedt een ruimere voorziening aan niet alleen de vrouwelijke werknemer, maar ook aan de vader. De wet houdt ook voldoende rekening met het kind dat is geboren of wordt geadopteerd.
De VSB haalde aan dat het bedrijfsleven niet tegen een goed werkend sociaal zekerheidssysteem is. Echter benadrukt de VSB, dat bedrijven niet ontmoedigd moeten worden om hun werknemers betere voorzieningen aan te bieden, door deze regeling te onttrekken uit bedrijfssfeer naar een fonds (dat onder beheer is van een overheid). VSB blijft pleiten voor de bedrijven die hun werknemers graag zelf willen coveren in plaats van overlaten aan een fonds.
De minister gaf aan dat er een toezegging is gedaan aan de VSB dat het verzoek bekeken zou worden. Dat is ook aan de orde geweest. Juristen van het ministerie hebben gekeken naar het verzoek. Er is voeling gehouden met DNA-leden en het resultaat was de reactie van de minister op het voorstel van de VSB.
VSB vroeg de minister welke stappen nog ondernomen kunnen worden om dit toch nog recht te trekken. De minister gaf aan dat het een traject van wijziging van de Wet zou moeten worden. Dit kan een poos duren en de prioriteiten in DNA zijn nu wat anders.
De VSB heeft trouwens suggesties aan de orde gesteld die betrekking hebben op Inefficiënties, Geheimhouding en Communicatie rond het fonds.
Er is gevraagd naar een grace periode van 3 maanden voor het bedrijfsleven, waarin ook de VSB de ruimte krijgt om met andere stakeholders in overleg te treden. De minister gaf aan met het fonds te zullen overleggen. Hier moet nog uitsluitsel over komen. De registraties gaan ondanks een deadline normaal door.
Voor bedrijven die zich wensen te registreren volgen hier de instructies afkomstig van het Fonds:
DE AFDRACHTEN:
De afdrachten zullen per april 2023
1% van het brutoloon van elke werknemer dient te worden afgedragen aan het Bureau FVO, bestaande uit:
Een werkgeversbijdrage: minimaal ½ % van het brutoloon van de werknemer,
Een werknemersbijdrage: maximaal ½ % van het brutoloon van de werknemer.
De verschuldigde FVO-premies kunnen worden voldaan, startende per april 2023, aan het eind van de betreffende maand tot uiterlijk op de 14e dag van de daarop volgende maand op de FVO-bankrekening: DSB 8570795 ten name van Fonds Voorzieningen Ouderschapsverlof.
Gaarne als omschrijving bij de afdrachten te vermelden:
– FVO-premie over welke maand het betreft,
– Het totaal aantal werknemers,
– De bedrijfsnaam.
DE AANVRAGEN:
Het aanvraagformulier kan na de registratieperiode worden opgevraagd via het e-mailadres van het Bureau FVO, t.w.: [email protected].
De aanvragen kunnen vanaf begin mei 2023 worden gedaan, middels het aanvraagformulier.
De aanvragen dienen 4 weken voordat het zwangerschaps- en bevallings-/vaderschapsverlof zal ingaan, worden gedaan door de werkgever aan het Bureau FVO.
DE UITBETALINGEN:
De uitbetalingen vinden, na screening door het Bureau FVO, plaats aan de hand van de aanvragen gedaan door de werkgever.
Het Bureau FVO stort het totaal brutoloon van de werknemer over de 16 weken (voor de moeder) en 8 dagen (voor de vader) zwangerschaps- en bevallings-/vaderschapsverlof ineens op de rekening van de werkgever, die de uitbetaling naar de werknemer verder geleidt. Vermeldenswaard is echter dat de (eventuele) emolumenten/toelagen en inhoudingen normaal zullen plaatsvinden door de werkgever.