Volgens deskundigen zal Climate Change niet alleen de voedselproductie beïnvloeden, maar ook de productie van olie en aardgas. Dat is een gevolg van de steeds ruwer wordende weersomstandigheden en zeewater. Volgens de specialisten zullen bedrijven in de olie- en gassector maatregelen moeten treffen om de veiligheid te verhogen binnen hun operaties.
Nu de productie steeds verder en ook nog dieper in zee plaatsvindt, zal de kans op ongelukken (oil spills) steeds groter worden. In de laatste decennia deden zich 1,8 keren per jaar een oil spill voor. Daarbij kwamen er miljoenen vaten olie per dag in de natuur terecht met alle gevolgen van dien. Daarbij probeerden de multinationals zich vaak via juridische foefjes en medewerking van regeringen te onttrekken aan hun verantwoordelijkheid. Het is dus van belang dat de samenleving, in vooral de kleine en arme landen, voldoende maatregelen treft om zich daartegen te beschermen.
Burgers in Guyana naar de rechter
In mei 2023 veroordeelde een rechter van Guyana het daar opererende Amerikaanse ExxonMobil om zich te verzekeren voor een bedrag van USD 12 miljard tegen schade die kan ontstaan als gevolg van de olieproductie-activiteiten voor de kust van Guyana. Burgers waren naar de rechter gestapt omdat de Guyanese regering en instituten de Guyanese belangen ondergeschikt maakten aan dat van de daar opererende olie-multinationals. Een onderzoek had uit gewezen dat behalve Guyana zelf, ruim 12 andere landen financiële schade kunnen lijden als er een oil spill veroorzaakt wordt door Exxon. De rechter heeft ook geoordeeld dat het moederbedrijf van Exxon zich garant moet stellen voor de eventuele meerschade. Als Exxon daaraan niet voldoet, zal de vergunning van het bedrijf ingetrokken worden. De ironie was dat niet ExxonMobil, maar de Guyanese regering bezwaar had tegen de uitspraak van de rechter. Volgens haar zou de uitspraak van de rechter de oliesector schaden.
Regeringen beschermen multinationals in plaats van eigen volk
Dat de regering van Guyana in de bres springt voor Exxon is niet vreemd. Noch minder dat zij voorbij gaat aan het feit dat Guyana de 12 miljard en meer niet zal kunnen ophoesten als er een oil spill plaatsvindt. In 2004 werd het boorplatform van Taylor Energy in de Golf van Mexico door verschuivingen van de zeebodem tijdens een storm kapotgeslagen. Daarbij kwamen er honderdduizenden vaten olie per dag in zee. De Amerikaanse autoriteiten hielden dat ruim 6 jaren geheim voor de Amerikanen en de wereldgemeenschap. Dat kon omdat er geen doden waren gevallen en de olie niet aan land ging. De spil werd bij toeval ontdekt in 2010 toen men bezig was met werelds grootste oil spill veroorzaakt door BP (British Petroleum) in de Golf van Mexico. Volgens de Amerikaanse autoriteiten konden zij dat vanwege de overeenkomst en de economische belangen van Taylor Energy niet bekend maken. Tot heden lekt er nog ruim 100.000 vaten per dag uit de putten omdat men ze niet goed kan afsluiten. Intussen is Taylor Energy naar de rechter gestapt van de staat Louisiana. Taylor Energy eist van de staat Louisiana dat zij USD 650 miljoen terug moet betalen die Taylor Energy zou hebben uitgegeven om de olie op zee op te ruimen.
Suriname
In 2014 vertrok Alcoa uit Suriname, terwijl ze nog een contract van 19 jaren had lopen met Suriname. In de zogenaamde Brokopondo overeenkomst, was overeengekomen dat Alcoa een geïntegreerd Aluminiumbedrijf In Suriname zou opzetten en tot 2033 zou exploiteren. Daarvoor zou Alcoa winstbelastingen betalen aan Suriname. Suriname had Alcoa in ruil daarvoor bauxietvoorraden gedurende 100 jaren gegarandeerd en ruim 140.000 ha land onder water gezet voor de bouw van een waterkrachtcentrale voor Alcoa. Daarbij werden honderden gezinnen op onmenselijke wijze uit hun huis en woongebied verwijderd en werd ook nog miljarden USD aan hout, goud en andere mineralen onbereikbaar gemaakt voor Suriname. Echter vertrok Alcoa 19 jaar eerder zonder de inkomstenderving van Suriname te vergoeden. Integendeel kreeg zij nog 100 miljoen USD mee van de Surinaamse regering in 2019. Na 4 jaren heeft de overheid nog steeds geen rapport uitgebracht over de vorderingen van de rehabilitatie van de uitgemijnde gebieden door Alcoa.
In april 2022 zette Staatsolie de burgers van het district Brokopondo onder water. Zij, eigenaar van het meer en stuwdam, had door mismanagement het water in het meer tot ver boven het toelaatbare laten stijgen, waardoor het water over de dam dreigde te stromen. Om de dam te redden spuide zij het water in grote hoeveelheden waardoor de rivier beneden de dam dat niet kon verwerken en ver buiten haar overs trad. Vervolgens verklaarde Staatsolie dat de overstroming veroorzaakt werd door de natuur. Vicepresident Ronnie Brunswijk verklaarde op een vergadering ter plaatse, in aanwezigheid van Staatsolie, dat Staatsolie de overstroming had veroorzaakt en daardoor ook de verantwoordelijke was voor de veroorzaakte schade.
Echter, hij werd daarna muisstil. De Energie Autoriteit Suriname, die erop moest toezien dat Staatsolie dergelijke situaties niet veroorzaakte, haalde zelfs een ingenieursbureau (Worley) uit het buitenland om de onschuld van Staatsolie te bewijzen. Het Nimos, de waakhond van het milieu van Suriname, was nergens te bekennen. Ook bij de spil van olie in oktober 2022 te Dijkveld, was de organisatie nergens te bespeuren. Terwijl ze in het geval van het cyanide probleem in het Afobaka meer, haar bestaansrecht ook niet kon tonen. Intussen loopt er van 2018 een rechtszaak tegen Nimos vanwege hand-en-spandiensten die zij aan Staatsolie heeft verleend bij het vernietigen van het milieu in het Wayambo gebied in het district Saramacca.
De overeenkomsten met de olie multinationals
Op verschillende momenten is aan Staatsolie gevraagd om de overeenkomsten met de multinationals op zee toegankelijk te maken voor de samenleving. Echter, zonder resultaat. Bij de bekendmaking van de eerste vondst van olie in 2019 steeg de prijs van een aandeel van Apache met USD 27,50. Dat betekent dat met het erbij halen van het oliebedrijf Total zij geen cent meer uit eigen zaak betaald. Terwijl Suriname de eigenaar van de olie (waarvan de aanwezigheid van meer dan 13 miljard vaten olie en gas door de Amerikaanse Geological Center reeds voor 1999 wereldkundig was gemaakt), ruim USD 1 miljard moet neertellen als zij in aanmerking wil komen voor 20% van de opgepompte olie. En dat exclusief de pompkosten. ExxonMobil heeft USD 18 miljoen ondertekeningsbonus betaald bij het sluiten van haar overeenkomst met Guyana. Het betalen van bonus in de oliewereld is overigens een regel. Volgen Staatsolie heeft zij in 2020 een veel betere deal met Chevron gesloten dan in 2015 met Apache. Zij ontving van Chevron USD dertig miljoen ondertekeningsbonus. Waarom staat er nergens vermeld hoeveel Apache, die een voordeliger deal en de beste concessie heeft gehad in 2015, aan bonus heeft betaald?
Suriname gaat altijd betalen voor de schade
Volgens een modelcontract dat Staatsolie op internet heeft geplaatst zou Apache alleen verantwoordelijk zijn voor schade, als gevolg van een oil spill die door het bedrijf is veroorzaakt is. De vraag is wie gaat de werkzaamheden van Apache controleren en wie gaat bepalen of Apache wel of niet schuldig is? In december 2020 moest Apache met de meeste spoed alle werkzaamheden staken om dat zij de druk uit de bron die ze aan het boren waren niet onder controle kon krijgen. De regering Santokhi/Brunswijk verklaarde op een persconferentie van 29 december 2020 dat zij niet op de hoogte was van het geval. Hoe kan Apache zo een ernstig geval niet hebben gerapporteerd aan Staatsolie of had de regering niet de waarheid gesproken? Wat gaat Apache nog in de toekomst geheimhouden voor Staatsolie (lees Suriname)? Wie zou in dat geval de schuldige zijn? In het model staat verder dat indien Apache de spil niet opruimt of verspreiding niet voorkomt, Staatsolie “gerechtigd” is dat te doen. En de eventuele schade te claimen bij Apache. Als Staatsolie ook deelnemer is in de operatie, gaat ze dan nog schade kunnen claimen? Heeft het gedrag van Staatsolie, van april 2022 te Brokopondo, niet voldoende aangetoond wat de samenleving van haar mag verwachten?
Waarom wil Suriname niet leren van Guyana
In het geval van Guyana gaat het om 12 landen die financieel getroffen kunnen worden vanwege hun zeevisserij, strandtoerisme etc. In geval van Suriname gaat het om 14 landen (incl. Guyana en Suriname). Hoe gaat Suriname dat vergoeden? Waarom houdt Staatsolie, die slechts als vertegenwoordiger van het volk mag optreden, de overeenkomsten geheim? Waarom vraagt DNA de regering geen rekenschap daarvoor? Suriname heeft ook de ervaring van 2019 waarbij de regering Bouterse, Alcoa heeft laten vertrekken, met de mededeling aan de gemeenschap dat Alcoa veel deskundigen heeft en Suriname geen kans zou maken met gerechtelijke stappen. Waarom mag Suriname met die ervaring niet nu alle contracten goed laten bestuderen door haar eigen deskundigen en indien nodig van buiten?
Kenneth Sukul