De presidentiële werkgroep ‘Onderhoud Monumentale Panden en Gebedshuizen’ luidt de noodklok over de staat van Surinaams erfgoed. Tijdens een voorlichtingsavond op 18 juni werd de urgentie van behoud en samenwerking benadrukt.
In de Congreshal zijn op woensdagavond 18 juni vertegenwoordigers van religieuze organisaties samengekomen voor een voorlichtingsavond georganiseerd door de presidentiële werkgroep ‘Onderhoud Monumentale Panden en Gebedshuizen’. Tijdens de bijeenkomst werd stilgestaan bij de zorgwekkende staat van het Surinaamse erfgoed en het toenemende risico op onherstelbaar verlies zonder directe actie.
Voorzitter van de werkgroep, Johan Roozer, waarschuwde dat veel monumentale panden binnen 25 jaar verloren kunnen gaan als er geen ingrijpende maatregelen worden genomen. Om dit te voorkomen, werkt de werkgroep aan een speciale regeling gericht op het behoud van gebedshuizen, die vaak tot het meest karakteristieke deel van het gebouwd erfgoed behoren.
Slechts helft van monumenten in goede staat
Priscilla Atma, waarnemend voorzitter van de Commissie Monumentenzorg, sprak haar waardering uit voor de toenemende aandacht voor het onderwerp. Toch benadrukte ze dat het algemene bewustzijn over monumentenzorg in de samenleving nog laag is. Jaarlijkse inspecties tonen aan dat slechts 50 tot 56 procent van de geregistreerde monumenten in goede staat verkeert. Ongeveer 20 procent verkeert in slechte staat, en sinds de registratie zijn al zeker dertig monumenten verloren gegaan door brand.
Atma wees ook op de uitdagingen van hoge onderhoudskosten en achterstallige herstellingen. Ze pleitte voor meer publieke betrokkenheid en samenwerking, zodat het erfgoed op duurzame wijze behouden kan blijven.
Erfgoedtoerisme biedt economische kansen
Rachel Deekman, waarnemend directeur van Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (SGES), benadrukte het potentieel van erfgoedtoerisme. Veel historische panden zijn momenteel niet toegankelijk voor het publiek, terwijl ze juist als toeristische trekpleisters kunnen dienen. Ze waarschuwde echter voor de dreiging van modernisering: “Nieuwbouw krijgt vaak de voorkeur, terwijl beschermd erfgoed volgens wet- en UNESCO-regels niet zomaar mag worden gesloopt.”
Volgens Deekman is het noodzakelijk om verval, illegale afbraak en brandrisico’s te voorkomen om dit cultureel en economisch waardevolle erfgoed voor toekomstige generaties te behouden.
Betrokkenheid belangrijker dan financiering
Architect Derrick Emmanuels pleitte voor een systematische aanpak van monumentenzorg, waarbij elk gebouw wordt voorzien van een goed onderbouwd onderhoudsplan. “Financiering is belangrijk, maar bewustwording is essentieel,” stelde hij. “Mensen moeten beseffen dat deze gebouwen ons collectief geheugen vertegenwoordigen. Ze vertellen ons waar we vandaan komen en verdienen onze zorg.”
Volgens Emmanuels is een diepere waardering voor erfgoed de sleutel tot succesvolle samenwerking en het aantrekken van financiering. “Uiteindelijk draait monumentenzorg niet alleen om geld, maar vooral om betrokkenheid en verantwoordelijkheidsgevoel.”
De bijeenkomst markeert een belangrijke stap in de bewustwordingscampagne rond monumentenzorg. De werkgroep verwacht op korte termijn met concrete beleidsmaatregelen te komen.