‘Hoe het kon gebeuren dat regeringen in staat zijn gebleken zichzelf zoveel macht toe te meten, dat ze geen rekening hoeven te houden met het volk’. Ik leef in de volle overtuiging dat het kon gebeuren, omdat opdrachten uit de Surinaamse Grondwet, die bedoeld waren om waarborging te bieden voor grondrechten en de democratie, nooit zijn uitgevoerd.
In dit artikel zullen grondwetsartikelen aan de kaak worden gesteld en in relatie worden gebracht met zaken die zich in het alledaagse leven voordoen. Iemand moet de kat de bel aanbinden. Voor sommigen misschien extreem, maar voor mij een zorgwekkend reëel risico, waarbij het land kan belanden in etnische zuiveringen of andere uitspattingen. De hiernavolgende argumenten moeten antwoord geven op de stelling geponeerd in de inleiding van dit artikel:
In de Grondwet wordt in artikel 8 lid 2 gesteld dat niemand op grond van zijn geboorte, geslacht, ras, taal, godsdienst, afkomst, onderwijs, politieke overtuiging, economische positie of sociale omstandigheden of enige andere status gediscrimineerd mag worden. Goed beschouwd geeft de Grondwet aan wetgever, bestuur en rechters de opdracht om bij het stellen van regels of het nemen van beslissingen mensen in gelijke gevallen op een gelijke manier te behandelen. Er mag geen onderscheid worden gemaakt op grond van bijvoorbeeld godsdienst, etniciteit of geslacht. Hiermee is dan niet direct ‘het discrimineren’ in een keer weggevaagd, maar dit geeft wel de ruimte om discriminatie structureel aan te pakken.
We kennen de gevallen waarbij bepaalde etnische groepen jarenlang stelselmatig werden geweerd, uit met name medische opleidingen of opleiding voor de vervolging. We kennen ook de gevallen van cursisten die worden geweerd van opleidingen voor de politie, brandweer, douane, BBS of KPA, waarbij met name vrouwen vanwege hun lengte, het hebben van kinderen of een gehuwde status.
Het wordt verondersteld bekend te zijn dat de wetten die de toelating tot deze diensten regelen, dateren van de tijd toen Suriname een kolonie was van Nederland. Vroeger was het zo dat als je bijvoorbeeld politieman wilde worden, je groot van postuur moest zijn. Waarschijnlijk was het bedoeld om met het postuur een bepaalde indruk te maken. Een ander gegeven is dat cursisten worden geweerd op basis van hun leeftijd, enkel en alleen omdat de wet stelt dat een cursist tot 28 jaar mag worden toegelaten. De vraag die hier kan worden gesteld is, of hier sprake is van een gerechtvaardigd verschil. Anders zou het zijn als bijvoorbeeld een opleidingsverschil zou bestaan.
Het algemeen beeld is dan ook dat bepaalde etnische groepen of niet of in mindere mate vertegenwoordigd zijn binnen deze diensten. Nu het een feit van algemene bekendheid is dat binnen bepaalde etnische groepen zowel mannen als vrouwen minder groot geboren worden of minder lang zijn, behoeft het geen betoog dat het weren van deze mensen in strijd is met de maatschappelijke realiteit, de logica en de anti-discriminatie bepaling in de Grondwet. Dan komt nog daarbovenop de onmogelijkheid om tegen dit bezwarend overheidsoptreden in beroep te gaan.
Het argument dat de beperkingen in de wet het niet toestaan, anders te handelen is gelogen. De wet biedt wel degelijk de mogelijkheid in de vorm van een gedelegeerde zelfstandige bevoegdheid aan zowel de korpschef als de minister om nadere voorschriften vast te stellen die binnen de tijdgeest passen. De argumenten hierboven zouden een wezenlijk deel kunnen uitmaken van de overwegingen. Helaas, wordt door een stukje intellectuele luiheid de weg van de minste weerstand gekozen met als uitkomst een schending van artikel 8 lid 2.
De eindconclusie is dat opeenvolgende regeringen en parlementen de opdracht van de wetgever niet hebben begrepen en niet in staat zijn het te begrijpen, omdat de opdrachten uit de grondwet om organieke wetten te maken, nooit is uitgevoerd door de formele wetgever. Dit heeft ervoor gezorgd dat er toen en nu nog steeds ‘ruimte’ bestaat voor elke democratisch gekozen regering om ‘ongestraft’ ondemocratische principes te huldigen. Dit is niets anders dan in georganiseerd verband, stelselmatige en moedwillig meewerken aan het onderdrukken van deze ‘democratisch ingerichte’ samenleving. Dit is een schoolvoorbeeld van wat in de literatuur wordt bedoeld met de paradox van de democratie.
Sergio Gentle
Criticus
Passie voor Suriname
‘Insanity is doing the same thing over and over again and expect different results.’
-Albert Einstein-