Iemand deed jaren geleden – ik was toen nog in mijn tienerjaren – een uitspraak die mij altijd is bijgebleven: “democratie: het is helemaal niet perfect. Maar het is wel het beste van alle politieke systemen, die de mens heeft om zichzelf te besturen.
Het hoogtepunt van het beleven van democratie, is het recht en de vrijheid van iedere individuele burger – die de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt – om mee te bepalen wie voor vijf jaar het land zal leiden.
Maar precies in dat hoogtepunt liggen eigenlijk ook de tekortkomingen. Wij, de burgers van het land krijgen precies een dag in de vijf jaren, om op een uiterst beperkte manier uiting te geven, aan de berg opgehoopte frustraties en teleurstellingen en de verwachtingen en hoop, die gekoesterd worden voor de vijf jaren die volgen.
Voor de Surinaamse beleving van democratie, zijn de verkiezingen van 25 mei 2025 misschien wel de meest cruciale ooit. Dat heeft veel te maken met de hoopgevende stip aan de horizon. In dit geval is de stip het concrete vooruitzicht dat de staat Suriname straks meer dan genoeg inkomsten kan genereren uit de exploitatie van olievoorraden voor de kust, om permanent een welvarende staat, met een goede levensstandaard voor alle burgers te realiseren.
Het is de eerste maal in de geschiedenis dat Surinaamse kiezers, ruim voor dat het moment van verdienen is aangebroken, weten dat er een enorme kans op economische welvaart zit aan te komen. Als er geen plotselinge, totale ineenstorting van de wereldeconomie komt, zijn de enige dingen die de hoop en dromen kunnen dwarsbomen/saboteren: vieze hebzucht (in het machtscentrum), racistische politiekvoering, die delen van de bevolking bevoordeeld en anderen benadeeld, narcistisch leiderschap en/of landverraad. Ook dat is bij voorbaat helder
De buitenlandse partners in het verdienmodel hebben van hun kant op zakelijke wijze openbaar gemaakt wat zij en de Surinaamse staat gaan verdienen. De berekeningen zijn gemaakt en er bestaat geen twijfel: met goed beheer van de inkomsten en goed bestuur van het land is er slechts een uitkomst mogelijk: Suriname wordt welvarend.
En toch: veel van ons hebben een slecht voorgevoel. Uit eigen ervaring en uit talloze voorbeelden, uit de hele wereld, hebben we kunnen leren dat er slechts een gestoorde, narcistische, “charismatische” bedrieger nodig is, om de volledig terechte, collectieve hoop op voorspoed permanent om te zetten in een met oliedollars gefinancierde nachtmerrie van onderdrukking, ongelijkheid, gewelddadig verzet, burgeroorlogen, ellende, dood en verderf.
Daarom is het ook zo vreselijk belangrijk voor kiezers om ditmaal niet de fouten van het verleden te herhalen. Een universele menselijke wijsheid dicteert dat als een volk permanent zijn negatieve situatie wil veranderen, het dat niet zal kunnen doen door te kiezen voor personen en partijen, die in het verleden onderdeel zijn geweest van corruptie, bedrog, onderontwikkeling en armoede.
No wer krin krosi na tap yu doti skin.
En in het verlengde daarvan en minstens net ze belangrijk, is het aspect van het kiezen van de juiste vrienden. Elk van ons wordt op een bepaald punt, in zijn of haar leven, gedwongen kritisch te kijken naar onze vriendenkring.
En het is onvermijdelijk: we komen er wel bijna allemaal achter dat tenminste een van onze vrienden, nooit een echte vriend was. En we stuiten dan meestal ook op bewijs dat deze “vrienden” ons, achter onze rug om, bewust hebben beschadigd of benadeeld.
Moeten we in het verlengde daarvan onszelf niet afvragen of het niet de hoogste tijd is om duidelijke afstand te nemen van Nederland en die “vriend” in te ruilen voor Frankrijk bijvoorbeeld? Frankrijk, onze directe buren en het land van herkomst van Total Energies, onze belangrijkste partner in onze ontwikkelingsplannen?
Uitgaande van de feiten, is er geen ontkomen aan: Nederland is nooit een echte vriend geweest. Het wilde, lijkt het, ook nooit een echte, gelijkwaardige vriend zijn.
Een voorbeeld: Nederland heeft van alles gedaan om Suriname wereldwijd neer te zetten als een land met een “gigantisch drugsprobleem”. Zo erg dat Nederlandse onderzoekers zich het recht toekenden om in 2018 miljoenen van Surinaamse banken in beslag te nemen en tot de dag van vandaag vast te houden.
Om het in perspectief te plaatsen: in 2017 werd op de politieacademie in Nederland berekend dat de binnenlandse, Nederlandse productie van synthetische drugs – dus cocaïne, heroïne, weed en hasj niet bijberekend – een jaarlijkse omzet van 18 miljard euro (!) bereikt.
Dat komt neer op ruim 50 miljoen euro PER DAG! Dat is genoeg geld om de hele Surinaamse economie te draaien, Nederland staat wereldwijd bekend als een grote en belangrijke speler in de productie en globale distributie van drugs. Een deel van deze miljarden vloeit elk jaar de formele, meetbare, Nederlandse economie binnen: drugsgeld dat dus succesvol wordt witgewassen.
Maar Nederland plakt Suriname wel steeds het etiket op van een land, met een groot drugs- en witwasprobleem, waar de hele wereld voorzichtig mee moet omgaan en het liefst afstand van moet houden. Een land met een echt drugsprobleem is vrij makkelijk te herkennen aan twee dingen: afrekeningen in het drugscircuit en liquidaties van rechters, advocaten, journalisten, activisten en anderen. Het Nederlands rechts- en veiligheidssysteem bezwijkt onder de gevolgen en druk van het schaamteloos, grof en openlijk drugsgerelateerd geweld. Zelfs leden van het koninklijk huis moeten nu actief beschermd worden, tegen snode plannen van in Nederland actieve en supergevaarlijke drugsorganisaties.
Wanneer hadden wij in Suriname voor het laatst een gewelddadige afrekening in het drugscircuit? Nederland daarentegen gaat in bepaalde opzichten steeds meer lijken op het gewelddadige Colombia uit het Pablo Escobar tijdperk: zelfs rechters en officieren van justitie zijn, voor hun eigen veiligheid, gedwongen anoniem hun werk te doen.
Dat is absoluut geen land waar Suriname “goede vrienden” mee zou moeten blijven.
De Amerikaanse president Donald Trump stuurde, een paar weken na diens aantreden, zijn belangrijkste partner in de regering, buitenlandse zaken minister Marco Rubio, naar Suriname voor een beleefdheidsbezoek. Rubio maakte namens Trump duidelijk dat de VS ons alle voorspoed gunt en slechts zaken wil doen met een welvarend Suriname.
Welk lid van de huidige Nederlandse regering achtte ons waardig genoeg om langs te komen voor een bezoek?
Suriname moet droog en zakelijk leren oordelen, als het gaat om het beschermen van zijn eigen belangen en toekomst.
25 mei 2025: de hoogste tijd voor goede, eerlijke leiders en voor vrienden, die ons recht op gelijke kansen, menselijke waardigheid en welvaart respecteren en helpen beschermen.