Vier niet-residerende ambassadeurs hebben dinsdag hun geloofsbrieven aangeboden aan president Jennifer Simons op het Presidentieel Paleis. Het gaat om Farouk Benmokhtar (Algerije), Karla Samayoa (Guatemala), Martin Gallagher (Ierland) en Maria Velasco (Zweden). In afzonderlijke gesprekken stond het versterken van de diplomatieke banden en het verdiepen van samenwerking centraal.
Volgens het staatshoofd is de ontvangst “een belangrijke stap in het verder uitbouwen van de internationale betrekkingen van Suriname”. Besproken thema’s waren onder meer handel, klimaat, energie en sociaal-culturele uitwisseling.
Met Guatemala werd ingezoomd op het verbreden van economische en culturele samenwerking binnen de regio. “Guatemala is een land uit onze eigen regio; we hebben veel gemeen en kunnen onze relatie versterken, onder meer op het gebied van handel en investeringen”, aldus Simons. Ambassadeur Samayoa gaf aan de bilaterale samenwerking te willen verdiepen, “vooral op het gebied van investeringen, migratie en defensie”.
Met Ierland en Zweden lag de nadruk op gezamenlijke inzet tegen klimaatverandering en op duurzame ontwikkeling. De Ierse ambassadeur Gallagher onderstreepte dat kleine landen die gemeenschappelijke waarden en principes delen – waaronder respect voor internationale wetgeving – hun stem gezamenlijk moeten laten horen.
De president verwees naar Surinaamse wetgeving rond ouderschapsverlof die mede is geïnspireerd door Zweedse voorbeelden. Ambassadeur Velasco zei dat Zweden en Suriname dichtbij zijn in visie op internationale samenwerking en klimaat.
Met Algerije kwamen kansen aan de orde op het terrein van energie en de olie-industrie. Volgens Simons biedt dit perspectief om de bilaterale samenwerking verder te verdiepen. Het staatshoofd benadrukte het belang van een actieve buitenlandse politiek: “Suriname zoekt wereldwijd naar vrienden en partners. Wij zijn een klein land met iets te bieden: we zijn koolstof-negatief en cultureel divers. Dat is onze kracht.” Simons riep op tot dialoog en samenwerking zodat competitie niet ontaardt in conflict.