Minister Henry Ori gaat met gepaste maatregelen komen in de kwestie waarbij leerkrachten momenteel in actie zijn tegen de doorvoering van de nieuwe stroomtarieven bij de Energiebedrijven Suriname.
De minister is niet blij met de ontwikkelingen bij de verschillende bonden en stelt dat hij wat zaken aan het voorbereiden is. Dit vertelde hij aan journalisten voor aanvang van de vergadering van de ministerraad. De bewindsman benadrukt dat hij geen andere keus heeft dan stappen te nemen tegen de groep die het onderwijsproces stagneren.
Ori geeft aan dat hij inhoudelijk niet wil ingaan op de maatregelen die hij wil treffen, maar dat het sowieso juridische stappen zijn. Hij stelt dat er wat strategieën worden uitgewerkt. “Men communiceert niet. Wij betreuren het gedrag van deze mensen en wij kunnen niet meer toestaan dat onze leerlingen zo behandeld worden.” De minister merkt op dat het ministerie veel klachten krijgt van ouders over de gang van zaken.
De minister stelt dat de scholen verantwoordelijk gesteld zullen worden voor hun twee weken achterstand. Hij stelt dat het ministerie daarvoor niet verantwoordelijk zal zijn in dit geval. “Ik vind de acties onterecht.” Het heeft niets te maken met een conflict. “Ik kan het begrijpen, maar je kan niet het heel onderwijs in de war steken.”
Ori stelt dat hij eens kan zijn dat ambtenaren een dag mopperen. “Maar het gedrag dat we nu zien is om de achterstanden alleen maar te vergroten. We gaan een heel moeilijk schooljaar tegemoet als ik kijk naar de resultaten die ik gerapporteerd krijg van het Lager Beroepsgericht Onderwijs, Mulo en Lager Onderwijs. Het is gewoon zorgelijk.”
De minister benadrukt dat de dagen die verloren gaan alleen maar in het nadeel komen voor de schoolgaanden en dat betekent dat het niet goed bijdraagt aan mooie schoolresultaten aan het eind van het schooljaar. “Ik maak mij zorgen en ook mijn hele staf.” De bewindsman geeft aan dat het te betreuren is dat mensen die zich verantwoordelijk dienen op te stellen meedoen met de stakingen. Hij stelt dat hij wel moet zeggen dat niet alle bonden en alle scholen meedoen. Hij geeft aan dat er hierdoor ook een grote verwarring ontstaat.