Drie maanden lang hebben bewoners van Brokopondo in water moeten leven. Sommige huizen moeten gesloopt worden en opnieuw gebouwd worden, want er valt niet te herstellen. Anderen hebben geen inkomsten, want hun bedrijf was noodgedwongen dicht door de wateroverlast.
Zij klaagden constant over gebrek aan hulp van de regering en dat zij stiefmoederlijk werden behandeld. Het gebied is eind april/begin mei van dit jaar onder water gelopen, doordat het overtollige water uit het Afobaka- stuwmeer gespild moest worden, vanwege onverwachte zware aanhoudende regenval.
Het was vooralsnog niet duidelijk of Staatsolie Power Company Suriname NV (SPCS ), die de dam beheert, de schuldige is van het onderlopen van het gebied. De bewoners zouden hebben gezegd dat SPCS niet volgens de protocollen van de Amerikanen (Surlaco) heeft gewerkt.
Drai a tori
“Want di den Amerikan ben drai a dam, noiti a ben de so”, zeggen de bewoners van Brokopondo. Zowel de regering als SPCS schreef dit toe aan klimaatverandering. Vele van de bewoners zeggen juist dat het door onkunde van SPCS komt. “Den man no man drai a tori.” De gemeenschap van Brokopondo heeft gevraagd naar een onafhankelijk onderzoek. De regering heeft Worley, een internationaal ingenieursbureau, aangetrokken om het onderzoek te verrichten.
De resultaten van het onderzoek zijn begin vorige week vrijgegeven. Worley heeft duidelijk aangegeven dat SPCS op het juiste moment de juiste handelingen heeft gepleegd, dus ook op tijd gespild heeft. Echter, enkele deskundigen vragen zich af of het onderzoek wel goed is uitgevoerd.
Energie Autoriteit Suriname
Worley heeft het onderzoek namelijk verricht op basis van data die beschikbaar zijn gesteld door de Energie Autoriteit Suriname (EAS). SPCS-directeur Eddy Frankel zegt in gesprek met Key News dat de resultaten van Worley een bevestiging zijn van juist handelen in zaken van SPCS. Hij verzekert dat zowel historische als recente data zijn meegegeven voor het verrichten van het onderzoek. “Per slot van rekening”, zegt Frankel, “is Worley geen onbekende bij Staatsolie”. “Er zouden dus niet te laat, noch te vroeg acties zijn ondernomen door SPCS”, merkt Frankel op. Hij vindt het jammer dat de dorpen onder water zijn komen te liggen door het spuien van het overtollige water.
Meer dan genoeg gedaan
Dave Abeleven, directeur van EAS, geeft aan dat de organisatie zich uit hoofde van haar maatschappelijke verantwoordelijkheid geroepen voelde gehoor te geven aan de vraag van de samenleving. “We weten dat het gevoelig ligt”, zegt Abeleven. Hij benadrukt dat vanuit EAS alles is gedaan om de zaak onafhankelijk te laten onderzoeken. Er zou zelfs, dankzij het IDB-netwerk, een Boliviaans ingenieursbedrijf zijn aangetrokken om het rapport van Worley te valideren.
Er zijn volgens Abeleven twee rapporten die los van elkaar zijn opgesteld. “Op basis van klimatologische factoren en andere zaken zijn die bekeken en in verband gebracht met het Worley rapport”, legt Abeleven uit. De Boliviaanse consultant heeft in zijn rapport aangegeven dat het rapport van Worley een goede weergave is van de handelingen die zijn gepleegd door het team. “Het geeft ook aan dat de momenten waarop men het nodig vond om te spuien, dit op een verantwoorde manier heeft plaatsgevonden. Dat zegt het Worley rapport ook volgens het team.”
Geen interviews
Wat vooral opvalt in het rapport van Worley, is dat er geen interviews zijn gedaan met operationeel personeel van de dam. Worley’s standpunt was: “Om zo de onafhankelijkheid van het onderzoek te waarborgen.” Maar tegelijkertijd geeft Worley ook aan, dat de rapportage opgesteld door het bureau niet alle aspecten beslaat die EAS graag onderzocht zou willen hebben.
Er zijn zelfs zaken die het niet eerder heeft overwogen en die interessant kunnen zijn voor EAS. Frankel geeft aan dat er inderdaad geen interviews zijn afgenomen van operation managers van de dam. “Maar dat wil niet zeggen dat we er niet voor openstonden”, zegt Frankel. Hij benadrukt dat er geen vraag of behoefte is aangegeven vanuit de onderzoeker om interviews te doen.
Worley keurt de acties van SPCS eigenlijk alleen goed omdat het betaald is voor een zeer gelimiteerd onderzoek. Hierin wordt alleen gekeken of de beslissingen van SPCS goed waren met de gelimiteerde data waar het gebruik van maakt
Onafhankelijk blijven
Hij verduidelijkt dat SPCS helemaal niet zou weigeren. Er zou ook geen opdracht zijn gegeven om geen interviews af te nemen.
Abeleven zegt dat Worley inderdaad ervoor heeft gekozen om geen interviews af te nemen, om zodoende geheel onafhankelijk te kunnen blijven in zijn onderzoek. “Ze hebben volgens de gegeven data de nodige conclusies kunnen trekken.”
Voordeel SPCS
Enkele Surinaamse deksundingen die het document onder ogen hebben gehad, hebben een duidelijke mening over hoe het onderzoek dat heeft plaatsgevonden. Zij hebben zelfs het gevoel dat het onderzoek mogelijk opzettelijk zodanig is uitgevoerd, dat het in het voordeel van Staatsolie is. Of dat werkelijk zo is, is niet duidelijk.
“Worley keurt de acties van SPCS eigenlijk alleen goed omdat het betaald is voor een zeer gelimiteerd onderzoek. Hierin wordt alleen gekeken of de beslissingen van SPCS goed waren met de gelimiteerde data waar het gebruik van maakt “, zeggen Surinaamse deskundingen. Maar dat is volgens Frankel en Abeleven helemaal niet zo. Abeleven is van mening dat men genoeg geloof moet hebben in de rapporten die zijn opgesteld.
Beïnvloeding van derden
Volgens Abeleven zijn interviews achterwege gelaten, omdat Worley beïnvloeding van derden wilde voorkomen. En vooral mensen niet het gevoel wilde geven dat zij worden overgeslagen bij de interviews. “Worley heeft een bepaalde deskundigheid. Het bureau is ook bekend met de Afobakaplant en heeft voor Suralco een aantal zaken (zoals het Tapajaiproject) voor zowel Suralco als Staatsolie moeten bekijken.”
“Het hoeft niet per se het team te spreken, maar het is goed om die onpartijdigheid te behouden”, werpt Abeleven op. De EAS-directeur benadrukt dat Staatsolie er geen baat bij heeft dat het rapport niet naar behoren wordt uitgevoerd. “We weten dat het een dam is, die veel moet kunnen opvangen. En als er iets gebeurt, hebben we allemaal een probleem en dan ga je af op de expertise van de mensen die de zaak beheren.”
Frankel verzekert dat de integriteit van de dam intact is. Kort voordat men te kampen had met wateroverlast heeft SPCS een algehele inspectie uitgevoerd. Dat wil zeggen dat men gaat duiken en de dam gaat inspecteren op scheuren. “Als we dat zien, dan wordt dat direct aangepakt. Als alles is gekalmeerd en we weer op normale level functioneren, gaan wij weer een inspectie uitvoeren”, zegt Frankel.
Geen of wel kennis van La Niña
Zowel de regering als SPCS wijt de wateroverlast aan extreme regenval in de voorgaande periode. Wereldwijd zijn er meldingen geweest van het natuurfenomeen La Niña. Echter, Worley geeft in het rapport aan dat SPCS niet zou beschikken over deze informatie. Waarnemend hoofd van de Meteorologische Dienst in Suriname (MDS) Radjkoemar Nanda, zegt in een gesprek met Key News dat informatie over La Niña maanden van tevoren is geplaatst op zijn website.
Als zij beter op zaken zouden willen inspelen, moet er een nauwkeurige berekening zijn van hoe het weer zich zal gedragen
Hij is van mening dat MDS alle informatie beschikbaar heeft gesteld. “Alles staat aangegeven op onze website.” Er is vooralsnog geen officiële samenwerking tussen MDS en de SPCS, zodat de Meteorologische Dienst SPCS zou kunnen voorzien van informatie. Gezien de ontwikkelingen met betrekking tot klimaatverandering zou het zaak zijn dat er duidelijke richtlijnen moeten komen en zeker ook een samenwerking worden aangegaan met MDS, om goede planning te kunnen maken.
Gelimiteerde middelen
Nanda geeft aan dat hij er zeker voor openstaat. “Als mensen willen dat we de informatie moeten opsturen voor hen, dan moet dat inderdaad aangevraagd worden. Met de gelimiteerde middelen die wij hebben en het geringe aantal personeelsleden doen wij ons werk naar behoren”, benadrukt Nanda.
Frankel geeft aan dat er een nuance zou zijn als het gaat om het wel of niet op de hoogte zijn van La Niña. Hij zegt dat SPCS enigszins wel kennis had over La Niña, maar geen kennis had dat de neerslag zo heftig zou plaatsvinden. Er zou juist een voorspelling zijn gemaakt door de meteo-deskundigen dat de periode januari tot en met maart relatief mild zou zijn. Echter, de natuur heeft het tegendeel bewezen.
Als zij beter op zaken zouden willen inspelen, moet er een nauwkeurige berekening zijn van hoe het weer zich zal gedragen de komende maanden. Maar dat is haast onmogelijk binnen de meteorologie. “Je gaat wel algemene voorspellingen hebben, maar die zijn dan niet nauwkeurig. Als we van tevoren weten hoeveel millimeter aan regen zal vallen in de komende maanden, dan weet je precies hoe groot of klein je die buffer voor opslag moet maken”, zegt Frankel. Maar dat is haast onmogelijk.
Extreme scenario’s
Enkele deskundigen die zijn geraadpleegd geven verder aan dat naast de adviezen in het rapport enkele zaken zeker horen bij het beheren van het stuwmeer. SPCS zou beter data moeten collecteren en analyseren van recente meteorologische data en deze ook delen. Het best ook om gebruik te maken van tenminste drie computermodellen die op basis van deze data ook extreme scenario’s kunnen berekenen.
En deze scenario’s gebruiken om betere beslissingen te nemen over het lozen van water, is het voorstel van deskundigen. “We kunnen niet terugverwijzen naar overgenomen protocollen van 50 jaar geleden. SPCS hoort als dochteronderneming van Staatsolie op de hoogte te zijn van de effecten van klimaatverandering, en hoort ook als grote veroorzaker hiervan adaptatiemaatregelen te implementeren.”
Kansberekening
Frankel legt uit dat zij met de informatie die zij op dat moment hadden over de mogelijke weersverwachtingen, de historische data van neerslag die zij sinds 1911 hebben verzameld en de hoeveelheid inflow (water dat het meer binnenkomt door middel van neerslag), maar ook de verschillende standen van het Van Blommensteinmeer, dat als reservoir dient, een kansberekening hebben gemaakt. “Via de weersberichten krijg je te horen dat je zoveel procent meer regen kan verwachten.”
Tegen de patronen in krijg je in heel korte tijd veel meer regen dan dat je gewend bent.” Het is een kansberekening die SPCS moet maken als plant met de veranderingen van ons klimaat. Met alle data die zij in de afgelopen jaren heeft weten te verzamelen, zal zij op basis van patronen en gedragingen een berekening maken. “Ga je het water dat je eigenlijk nodig gaat hebben, weglozen als het percentage veel kleiner ligt dan je data”, is de vraag die het bedrijf in overweging heeft moeten nemen.
Superdroogte
Uiteindelijk is dat funest geweest en zijn leefgebieden en kostgronden van mensen onder water gelopen. Wat wel vaststaat, volgens Frankel, is dat er nu wel degelijk rekening gehouden zal worden met La Niña. Wat de uitdaging is, is dat er met het weer altijd een onzekerheid is. Want je kan volgens Frankel uit voorzorgsmaatregelen wel wat meer water spuien, omdat je mogelijk meer regen kan verwachten. Maar de vraag is dan hoe je dan zal omgaan met een superdroogte, terwijl je niet over de nodige watercapaciteit beschikt om die 105 megawatt aan elektriciteit te kunnen opwekken. Elektriciteit die het land hard nodig heeft, benadrukt de SPCS-directeur.
Parlementariër Ronny Asabina is ook kapitein van Klaaskreek, een van de dorpen in Brokopondo die getroffen is door wateroverlast. Hij zegt dat hij niet meteen diepgaand en inhoudelijk in kan gaan op het rapport. “Ik wil het samen doornemen met deskundigen, zodat deze goede adviezen kunnen geven. Ik ben zelf een leek en wil mij goed laten informeren voordat ik een reactie geef”, maakt Asabina duidelijk. Hij zegt wel dat het rapport in een oogopslag meer vragen dan antwoorden opbrengt.
Kiezen tussen twee kwaden
In het rapport van Worley is ook aangegeven dat SPCS ervoor heeft gekozen om toch door te spuien. In persberichten van SPCS is er aangegeven dat zij tot en met augustus de spuikleppen zal openhouden. Die staan nu wel op een ‘safe spill’-stand om te voorkomen dat er teveel water wordt gespild. Ondanks dat de juiste ‘normale stand’ van 264ft is bereikt en een inflow van 30.000 kubieke voet water per seconde, heeft SPCS toch nog ervoor gekozen om te spillen. Ook daar is volgens Frankel een nuance in.
De data die Worley hebben meegekregen is van 1911 tot en met april 2022. In mei bleek er echter een veel hogere inflow te zijn. “Er waren zelfs dagen waarop wij 70.000 kubieke voet per seconde binnenkregen. Als wij dat in een keer zouden spillen, dan was het rampgebied nu veel groter en hadden wij veel meer schade. Vandaar de keus om door te spuien, ondanks dat we normale levels hadden bereikt”, zegt Frankel. Dit heeft de gebieden in Brokopondo voor langere periode onder water gehouden. Volgens de bewoners zijn de huizen in Brokopondo, Balingsoela en andere gebieden bijna drie maanden lang onder water gebleven.
Kritische kanttekeningen
Een van de kritische kanttekeningen van Worley is dat SPCS moet werken aan een rampenplan. Uit zijn onderzoek is gebleken dat het bedrijf niet daarover beschikt. Frankel zegt dat zij de kanttekeningen van Worley zeker ter harte zullen nemen en met name ook verder werken aan het rampenplan. “We waren reeds gestart met het NCCR, waarbij we vooral de worst case scenario’s hebben besproken.
Echter, wat zich in de afgelopen maanden heeft voorgedaan is nog net geen worst case scenario”, zegt Frankel.
De EAS zegt dat zij de SPCS zal blijven attenderen op de aanbevelingen van het rapport en de ingenieursbedrijven, ook al is het niet haar taak om de SPCS te controleren.
“Zaken zoals het verbeteren van communicatie is zeker iets waaraan wij SPCS gaan houden”, zegt Abeleven. In het rapport van Worley is als kritische kanttekening geplaatst dat SPCS vooral aan haar communicatiestructuren moet werken om zodoende de gemeenschappen beter te informeren over het spuien. “Hierdoor kunnen er betere acties worden ondernomen door de samenleving”, zegt Abeleven.
Gevoelige herstructurering
Het informeren van de districtscommissaris (dc) alleen is geen gegeven dat de rest van de samenleving het ook tijdig te weten komt, merkt Abeleven op. De protocollen die SPCS heeft overgenomen van Suralco geven aan dat wanneer er gespuid moet worden en de mogelijkheid bestaat dat kostgronden onder water kunnen lopen, de dc op de hoogte moet worden gesteld. Ook is opgenomen dat men direct met de omgeving in contact moet treden. “Het advies is dan ook: doe het tegelijkertijd.” Volgens Abeleven is het verbeteren van de communicatie een belangrijke verbetering. “Gelet op de klimatologische veranderingen is het niet uitgesloten dat het weer eens gebeurt”, zegt de directeur.
Een ander voorstel dat is meegegeven in de rapporten is, dat er een strook langs de rivier vrijgehouden moet worden, om dit soort schade niet meer te hebben. Het is nu bijna vanzelfsprekend te noemen dat de stroken langs de rivier onder water komen te liggen bij het spuien. Zowel Abeleven als Frankel zegt dat het een aangelegenheid van de overheid is om tot herstructurering over te gaan en de mensen in hoger gelegen gebieden te plaatsen.
Bloed, zweet en tranen
Tijdens de regeringspersconferentie te Brokopondo met de leiding van de bedrijven, heeft de samenleving van Brokopondo duidelijk gemaakt dat zij geen vin verroert. “Onze voorouders zijn jaren geleden genoodzaakt geweest om weg te gaan uit hun woongebieden toen de dam werd gebouwd. Met bloed, zweet en tranen hebben mijn voorouders gevochten. Wij willen niet weg”, werd toen duidelijk aangegeven door een van de bewoners van Brokopondo.
Het is volgens Frankel te begrijpen dat het een vrij gevoelige zaak is. Er zijn wel enkele alternatieven, maar of men daarvoor gaat kiezen, is een andere zaak. Met de klimaatverandering en verwachtingen van meer excessen, kan er meer water dan normaal gespuid worden om een grotere buffer te maken om het inkomende water van de regenbuien op te vangen. “Maar wat als je dan krijgt dat je al je water, dat je hard nodig hebt om hydro-energie op te wekken, weg hebt laten gaan en dan zit je in een superdroge periode?” Er is berekend dat de powerplant gemiddeld 105 megawatt aan energie kan opwekken.
180 megawatt aan energie
Deze wordt afgenomen en vele huishoudens in ons land worden daarmee voorzien met stroom. De werkelijke capaciteit is eigenlijk 180 megawatt aan energie, die opgewekt kan worden, alleen is er daarvoor nooit genoeg water geweest. Als er niet genoeg water is om hydro-energie op te wekken, dan is het land genoodzaakt thermische energie op te wekken. “Dat is dan energie opwekken door middel van brandstof, wat wereldwijd duurder aan het worden is. Dat kan ook betekenen dat de prijs van energie aangepast kan worden”, zegt Frankel.
Als de Staat inderdaad ervoor zou kiezen thermische energie op te wekken, wijst een grove berekening uit dat de maandelijkse kosten ongeveer USD 30 miljoen zouden zijn. “Men verwijt ons dat we slechts commercieel opereren, maar we maken juist relatief meer geld met het opwekken van thermische energie dan hydro-energie. We kiezen liever voor hydro-energie, omdat dit goed is voor ons land”, merkt Frankel op.
16 miljoen betaald
Daar het rapport heeft uitgewezen dat het SPCS in deze geen blaam treft voor het spuien van water, zegt Frankel dat het bedrijf toch SRD 16 miljoen heeft vrijgemaakt om werkzaamheden van het NCCR te ondersteunen. Een inventarisatie van SPCS heeeft 180 huishoudens geïdentificeerd die directe hulp nodig hebben. “Er is ook steun gegeven aan de 180 huishoudens die volgens onze inventarisatie hun huizen moesten schoonmaken. Ook het aankopen van voeding komt uit deze middelen, omdat wij weten dat het enige tijd kan duren voordat men weer zelfstandig kan leven van de kostgronden”, zegt Frankel. Hij maakt duidelijk dat Staatsolie of SPCS de middelen niet ter beschikking heeft gesteld omdat zij schuldig zouden zijn, maar vanuit haar ‘corporate social responsibility’.
Wie de werkelijke prijskaart zou moeten betalen voor de schade die de gemeenschappen hebben geleden, is volgens Frankel de overheid. “Tenzij de overheid, die aandeelhouder is van Staatsolie, de opdracht geeft dat wij moeten betalen, dan komt het uit het dividend dat zij uitbetaald krijgt van Staatsolie. Dus betaalt de overheid nog steeds de rekening.”