Zes mannen zijn voor hun aandeel in de dodelijke mishandeling van een buurtgenoot veroordeeld tot celstraffen van elk 8 jaar, met aftrek van de tijd in voorarrest.
De groep heeft in februari 2023 de geesteszieke Jorsen ‘Wazeng ’Abauna in de omgeving van ‘Jamaica’ te Paranam zwaar mishandeld en letsels toegebracht, het geen tot zijn dood heeft geleid. De mannen gingen door het lint en wisten niet van ophouden, zelfs niet toen het slachtoffer een kerk in rende en de kerkleider ze verzocht om te stoppen.
Franklin B., Lando A., Jonathan A. en de broers Wendel B., Mario B. en Ivan B. hebben de uitspraak op woensdag 10 juli aangehoord. Voorafgaand aan het vonnis presenteerde de rechter een resumé van de gebeurtenissen. Uit het proces is gebleken dat de mannen het slachtoffer niet alleen hebben geslagen en getrapt, maar dat ze hem ook hebben bewerkt met verschillende voorwerpen, waaronder stokken en een houwer.
Zelfs toen hij zijn toevlucht had gezocht tot een kerk in de omgeving, bleek hij niet veilig te zijn. De gemeenteleider deed een poging hem te beschermen en smeekte de verdachten om de reeds toegetakelde man niet meer te slaan. In plaats van gehoor te geven, sloegen ze ook de ‘pastor’ bewusteloos, waarna ze de mishandeling voortzetten.
De rechter kon zich niet voorstellen dat ze zich zelfs in een kerk zo hebben gedragen. Hoewel veel buurtbewoners getuige waren van de mishandeling, durfde niet iedereen hen te naderen. Een vrouw op leeftijd maande hen op verschillende momenten te stoppen, omdat ze met hun gedrag een vloek over zichzelf en hun familie zouden afroepen, maar ze kreeg geen gehoor. ‘Jullie gingen tekeer als bezetenen’, aldus de rechter in een poging hun gedragingen te omschrijven. Hoewel niet alle zes mannen ter plekke waren op de verschillende momenten en locaties van de mishandeling, was het voor de rechter duidelijk dat er sprake was van een allesomvattend geval waarbij ze allemaal een aandeel hadden en op elkaar waren afgestemd.
Het drama begon rond middernacht met een schermutseling tussen Lando A. en het latere slachtoffer, de geesteszieke ‘Wazeng’. Na een korte woordenwisseling heeft ‘Wazeng’ de man met een handbijl verwond, waarna hij op de vlucht sloeg. Lando A. werd door zijn schoonvader begeleid naar de politie, alwaar hij aangifte deed en van daaruit vertrok naar de Spoedeisende Hulp van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo.
Ondertussen hadden enkele jongemannen uit de buurt zich onderling opgezweept en ‘Wazeng’ opgespoord en mishandeld. Hij rende naar een nabijgelegen kerk, alwaar hij opnieuw werd mishandeld. Enkele van de mannen gingen in de vroege ochtend naar het huis van Lando A., die inmiddels terug was gekeerd van het ziekenhuis en door zijn schoonvader was geadviseerd om te gaan slapen. De mannen nodigden hem uit om mee te gaan naar de kerk waar ze het slachtoffer hadden omsingeld. Hij voegde zich bij de groep, ging mee en participeerde in de mishandeling, zelfs nadat hij had gezien dat de man al was toegetakeld.
De rechter merkte op dat de verdachten geen enkele gelegenheid hebben aangegrepen om zich terug te trekken, hoewel ze die keus hadden. Integendeel, ze hebben verschillende waarschuwingen genegeerd. De situatie was zo eng voor omstanders dat meerdere buurtbewoners bang waren om te getuigen. De pastor en een oudere vrouw die wel een getuigenis bij de rechter wilden afleggen, verzochten om niet oog in oog te hoeven staan met de mannen. De rechter stemde in met hun verzoek waarna ze in de raadkamer werden gehoord. Ze kennen de verdachten en hun familie uit de buurt.
In de argumentatie van het vonnis merkte de rechter ook dat de mannen die het slachtoffer in eerste instantie achterna zijn gegaan, geen behoefte daartoe hadden, aangezien ze geen ruzie hadden met hem. Bovendien was het niet aan hun om de man te gaan vangen, aangezien Lando A. in kwestie al aangifte had gedaan bij de politie.
Zij kunnen geen beroep doen op het feit dat Lando A. bij zijn aangifte van de dienstdoende agenten te horen kreeg dat de politie geen vervoer had en dat hij ‘Wazeng’ zelf naar het bureau moest brengen. Na zijn aangifte ging hij rechtstreeks naar het ziekenhuis en heeft deze informatie niet met de mannen gedeeld. Hun deelname aan de mishandeling kan dus niet mede daardoor zijn ingegeven.
Het vonnis van de rechter is conform de eis van de openbare aanklager.