Met de installatie van acht presidentiële werkgroepen wil de regering buurten in Suriname structureel versterken en urgente problemen aanpakken. De groepen moeten opereren als schakel tussen bewoners en de overheid.
President Chandrikapersad Santokhi heeft op zaterdag 19 april 2025 in de Congreshal acht werkgroepen geïnstalleerd die zich gaan inzetten voor de ontwikkeling van specifieke buurten. De leden, voornamelijk afkomstig uit de betreffende wijken, zijn volgens beleidsadviseur Asiskumar Gajadien gemotiveerde burgers die zelf de handen uit de mouwen willen steken om lokale problemen aan te pakken.
“Deze groepen zijn geen politieke zet, maar een duurzame, structurele aanpak van buurthervorming,” benadrukte Gajadien. De werkgroepen moeten functioneren als verlengstuk van de overheid en samenwerken met ministeries om knelpunten zoals ontwatering, werkgelegenheid, ontbossing, medische zorg, voedselvoorziening en sportfaciliteiten op te lossen.
Beleidscoördinator Reshma Karghoe van het Kabinet van de President onderstreepte dat de oprichting van de werkgroepen noodzakelijk is, juist vanwege de aanhoudende structurele problemen in diverse buurten. “We vragen deze teams niet alleen om problemen aan te kaarten, maar ook om met duurzame oplossingen te komen die de economische weerbaarheid van bewoners vergroten,” aldus Karghoe.
Hoewel de installatie plaatsvindt in aanloop naar de verkiezingen, benadrukt Gajadien dat dit geen politiek motief kent. “In veel buurten nemen bewoners zelf al initiatief om hun omgeving schoon en veilig te houden. Deze groeiende zelfredzaamheid is precies wat we willen stimuleren.”
De werkgroepen worden gefinancierd via ministeriële budgetten. De leden ontvangen een maandelijkse vergoeding voor hun inzet en transport, maar het werk blijft grotendeels vrijwillig. Actieve werkgroepen kunnen rekenen op verlenging van hun termijn, terwijl inactieve groepen worden opgeheven.
Gajadien: “Het is belangrijk dat bewoners zich langdurig verbonden voelen met hun buurt. Als coördinator is het mijn taak om hen daarin te begeleiden en ervoor te zorgen dat hun werk impact heeft — zonder dat daar directe betaling tegenover staat.”
De regering ziet deze aanpak als een model voor participatief bestuur, waarbij burgers niet alleen problemen signaleren, maar ook zelf bijdragen aan structurele oplossingen.