Advocaat Antoon Karg heeft in gesprek met de media bevestigd dat belanghebbenden overwegen een kort geding aan te spannen tegen de staat vanwege de concept-mijnbouwovereenkomst met het Chinese mijnbouwbedrijf Chinalco. Volgens Karg bevat de overeenkomst bepalingen die niet in lijn zijn met het belang van Suriname en in strijd zijn met rechten die zijn verankerd in internationale verdragen en de Surinaamse grondwet.
“Er is een spoedeisend belang om dit juridisch aan te vechten voordat de ondertekening plaatsvindt”, stelt Karg. Hij wijst erop dat de regering inmiddels signalen afgeeft dat er meer consultaties zullen plaatsvinden om te bepalen of er voldoende draagvlak is. Mocht dit draagvlak ontbreken, dan zou dat de rechtsstaat ten goede komen, omdat de kwestie buiten de rechtszaal om wordt opgelost. Echter, indien de regering toch besluit door te gaan met de overeenkomst, roepen de belanghebbenden op zich te melden voor verdere juridische stappen.
Karg benadrukt dat de overeenkomst in strijd is met de bestaande milieuwetgeving, die een verplichte milieu-effectrapportage vereist. Daarnaast moet volgens internationale normen het principe van Free, Prior and Informed Consent (FPIC) worden nageleefd. “De gemeenschappen die de grootste impact zullen ondervinden, moeten goed geïnformeerd en betrokken worden bij de besluitvorming”, zegt de jurist. Doordat deze belangrijke stappen zijn overgeslagen, zijn volgens Karg al procedurele fouten gemaakt. Dit vormt op zichzelf al voldoende reden om de overeenkomst voorlopig op te schorten.
Hoewel een kort geding enkel kan leiden tot voorlopige voorzieningen, zoals een tijdelijke opschorting van de deal, zou een definitieve ontbinding van de overeenkomst een langdurige bodemprocedure vereisen. Karg wijst er daarnaast op dat de overeenkomst zelf bepalingen bevat voor arbitrage, wat het juridisch proces verder kan bemoeilijken. De advocaat onderstreept dat de betrokken partijen via persconferenties en juridische stappen willen aantonen hoeveel draagvlak er is tegen de overeenkomst en dat grote delen van de samenleving zich niet gehoord voelen. “Als er geen gehoor wordt gegeven, kunnen verdere juridische en activistische stappen volgen.”
Hoewel de regering heeft aangegeven dat de overeenkomst momenteel niet wordt behandeld, is deze niet definitief van de agenda gehaald. “We hebben een politieke toezegging, maar nog geen formele procedurele stappen om het daadwerkelijk in te trekken”, aldus Karg. Volgens hem is het aan De Nationale Assemblée om toe te zien op intrekking of om te besluiten dat de overeenkomst in deze zittingstermijn niet wordt behandeld.
Tot slot wijst Karg op de juridische en diplomatieke gevolgen van het al ondertekende Memorandum of Understanding (MOU) en de bijna afgeronde deal met Chinalco. De rechtsgeleerde merkt op dat hierdoor de vrijheid van de regering is beperkt, evenals die van de bevolking. “Door het ontbreken van een voorafgaand FPIC-proces zijn er cruciale fouten gemaakt.” De komende dagen zullen uitwijzen of de regering daadwerkelijk bereid is tot heroverweging, of dat belanghebbenden een juridische strijd zullen starten om de overeenkomst op te schorten.