De hoogste gezagsdragers van Surinaamse tribale en inheemse volken hebben een gezamenlijke oproep gedaan aan de Afro-Caribische diaspora. Deze leiders, georganiseerd onder de naam Fiti Makandra, vragen aandacht voor een historische mijlpaal: de reactie op de excuses die koning Willem-Alexander van Nederland heeft uitgesproken voor het leed veroorzaakt door slavernij.
Fiti Makandra omvat de granman van de tribale en inheemse volken, de voorzitter van de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS) en de voorzitter van de Federatie van Paraplantages (FPP). In april 2024 informeerden zij de Surinaamse samenleving officieel over hun samenwerking en bespraken zij belangrijke thema’s met de president van Suriname en Nederlandse overheidsfunctionarissen.
De leiders hebben aangegeven dat de excuses van Nederland ‘zijn aangehoord,’ maar benadrukken dat een gezamenlijke, breed gedragen reactie, tijd vergt. Daarom organiseren zij in maart/april 2025 een grote Grankrutu/Konparsi, een bijeenkomst waar gemeenschapsleden en genodigden de definitieve reactie zullen formuleren. Voorafgaand vinden intensieve interne dialogen plaats.
Fiti Makandra roept de Afro-Caribische diaspora op om zich aan te sluiten bij dit proces. “Onze voorouders roepen ons op om samen te komen in eenheid, waardigheid en kracht,” aldus de leiders. Zij stellen voor om ook in Nederland een Fiti Makandra-initiatief op te richten. Dit moet een platform worden waar gemeenschapsleiders en vertegenwoordigers gezamenlijk optrekken.
Met steun van Nederland worden bijeenkomsten binnen Suriname georganiseerd, gefinancierd vanuit het nationale platform voor erkenning en herstel. Fiti Makandra hoopt dat de diaspora zich solidair opstelt en haar stem laat horen.
Ondertekenaars:
– Drs. Helmut Gezius
– Prof. Dr. Franklin Jabini
– Muriel Fernandes (VIDS)
– Wilgo Ommen (FPP)
– Granmans Albert Aboikoni (Saamaka), Jimmy Toeroemang (Trio), Ipomadi Pelenapin (Wayana), Remon Clemens (Kwinti), Simeon Glunder (Aluku), Leslie Valentijn (Matawai), Jozef Forster (Paamaka)
Met deze gezamenlijke oproep benadrukken de leiders dat eenheid en samenwerking cruciaal zijn voor een toekomst gebaseerd op erkenning, herstel en duurzame ontwikkeling.